Direct na de bevrijding beginnen N(ederlandse).B( innenlandse) .S (trijdkrachten) ‘ers met de oranje band om de arm en het geweer aan de schouder met het ophalen van de N.S.B’ers. Deze worden in eerste instantie gebracht naar de kelder van de aardappelhandel de Jong aan het Oude Wand. Later worden ze o.a in de Jeugdgevangenis opgesloten.

De z.g.n. “moffenmeiden”, meisjes die omgang met Duitse militairen hebben gehad, worden ook opgehaald. Hun hoofden worden op straat kaal geknipt en ingesmeerd met oranje menie. Ze worden tentoongesteld op de trappen achter een hek voor de zilversmederij aan het Hagepoortplein. Prins Bernhard maakt al snel een einde aan dit volksgericht.

De Prins maakt op de dag van de bevrijding omstreeks twaalf uur in een jeep een rit door de stad. Luid toegejuicht door de bewoners die hem herkennen. In de Daily Express van 10 april 1945 staat een foto met de Prins en een vrouw met haar zoontje op de arm in de Prins Bernhardlaan.

Hij komt ook over de markt. Omstreeks half vijf wordt vanuit de Wijnhuistoren geschoten. Het blijkt dat Duitsers zich daarin verstopt hebben. Canadezen die proberen ze eruit te krijgen raken gewond. Daarop wordt de hulp ingeroepen van een vlammenwerper die het Wijnhuis in brand schiet. Van de Duitsers wordt niets teruggevonden.

Daarnaast houden N.B.S’ers de wacht op plaatsen waar de nieuwsgierigheid van het publiek getemperd dient te worden.

Na de bevrijding worden ook weer joden op straat gezien. Het zijn degene die ergens in de stad hebben kunnen onderduiken. Zij zijn blij weer op straat te kunnen komen na zo’n twee en een half jaar binnen te hebben gezeten.

In het belastingkantoor aan de Zaadmarkt wordt Militair Gezag (M.G.) gevestigd. Deze is als gevolg van een tussen Nederland, Amerika en Engeland gesloten verdrag belast met de uitoefening van het gezag totdat de buitengewone staat van beleg kan worden opgeheven. Het geallieerde opperbevel heeft het opperste gezag maar niet militaire kwesties, zoals o.a het benoemen van burgemeesters is een zaak van het M.G.

Gelderland is daarvoor verdeeld in 8 districten waarvan Zutphen er één is. Dit district omvat een groot deel van de Achterhoek. Deze instantie vraagt Jhr. Mr. C.C. de Jonge om als waarnemend burgemeester te willen optreden. Deze stemt daar mee in. Kort er voor doet het gerucht de ronde dat Mr. A.H. van der Giessen is benoemd tot burgemeester. Omdat deze door een verkeerde instantie blijkt te zijn benoemd heeft hij maar 24 uur die post bekleed.

Op 9 april wordt een juffrouw die op de Groenmarkt loopt door een arm en een been geschoten. Het schot komt uit een woning. Die zelfde middag is vanuit een huis aan het Oude Wand nog door Duitsers geschoten en ook in de puinhopen aan de Spiegelstraat en de Waterstraat zitten nog scherpschutters verborgen. Van de burgers die daar gewond zijn geraakt overlijdt er één.

Volgens de Canadian Press News zijn er ook vrouwelijke snipers actief. Een majoor spreekt van vijf. Hij vindt een 17-jarig meisje in de keuken van zijn hoofdkwartier met een pistool in haar zak. Zij wil de Canadese commandant spreken maar wordt op tijd ontwapend.

Ook de daarop volgende dag proberen verborgen Duitsers onheil te stichten. Daardoor en door granaatvuur is het op straat nog steeds gevaarlijk.

In het Parool van 10 april wordt enkele mededelingen opgenomen. De eerste is een waarschuwing van de commissaris van politie Bokma deze luidt: “Het is de laatste dagen voorgekomen dat asociale elementen zich schuldig maakten aan plundering. Dit misbruik maken van de oorlogsellende kan niet geduld worden. Tegen de misdadigers zullen de strengste maatregelen genomen worden. Iedereen die onregelmatigheden ontdekt en aanwijzigingen kan geven omtrent de misdadigers wordt verzocht dit zo spoedig mogelijk te melden op het politiebureau dat gevestigd is op het Oude Wand.

De andere is van de commandant van de Nederlandse Binnenlandsche Strijdkrachten afdeling Zutphen. Hij betuigt zijn tevredenheid met de houding van de bevolking gedurende de eerste dagen na de bevrijding en vertrouwt erop dat dit in de toekomst zo zal blijven. Verder deelt hij mee dat alle N.B.S’ers zich op 11 april om 8.00 uur moeten melden in het gebouw aan het Oude Wand.

Tot slot zegt hij dat het hem bekend is dat personen nog goederen van de voormalige O.T. in hun bezit hebben. Hij stelt diegenen in de gelegenheid om : bijlen, schoppen, mokers, prikkeldraad, spijkers, hamers en dergelijke voor 14 april 1945 te bezorgen bij de Marechausseekazerne aan de Warnsveldseweg. Zij die na deze datum nog goederen in hun bezit hebben zullen streng worden gestraft.

In de Rooms Katholieke kerk wordt een plechtige Requiemmis gehouden voor de Rooms Katholieke slachtoffers onder de bevolking.

Op 11 april omstreeks 11.30 uur trapt een loslopend paard op het terrein van Spieker en Elferink op een landmijn. Hij wordt daarbij zodanig gewond dat hij moet worden afgemaakt. In de hele stad liggen nog landmijnen  en onontplofte munitie en granaten. Zo liggen er aan de Deventerweg bij een hek tien landmijnen en achter de watertoren een partij handgranaten.

Een journalist van de Gelderlander uit Nijmegen wordt op 12 april omstreeks 17.00 uur dodelijk getroffen door een kogel die vanaf de overkant van de IJssel wordt afgevuurd. Hij bevindt zich op dat ogenblik in een legerauto in de Marspoortstraat. Zolang de Hoven niet is bevrijd moet men op zijn hoede zijn op plaatsen die vanaf de overkant te zien zijn. Bovendien komen Duitse patrouilles ’s nachts weer de rivier over.

In de Vrije pers van 11 april wordt de benoeming van Jhr. Mr. C.C. de Jonge tot waarnemend burgemeester bekend gemaakt.

Deze wijst de bevolking erop dat men er voor moet zorgen dat het trottoir en de straatgedeelten voor het huis vrij zijn van glas.

In dezelfde editie wordt verteld dat er in Zutphen mensen zijn die na het bombardement op 14 oktober 1944 een woning hebben toegewezen gekregen van ondergedoken spoormensen. Nu deze terug komen komt het voor dat de tijdelijke bewoners gewoon op straat worden gezet. Er wordt met nadruk op gewezen dat dit verboden is. In voorkomende gevallen moet eerst overleg gepleegd worden met de laatste bewoners en eventueel met het bureau huisvesting Leeuweriklaan 12. Tevens wordt de bevolking opgeroepen om vrijwillig woonruimte beschikbaar te stellen voor daklozen. Mocht hieraan geen gehoor worden gegeven dan zal bureau huisvesting zich genoodzaakt zien minder prettige maatregelen te nemen.

Ook wordt melding gemaakt van grote bedrijvigheid bij de Deventerwegbrug. Daar zijn op 11 april drie grote Canadese legerauto’s met levensmiddelen voor de burgerbevolking aangekomen. Dit eerste transport wordt gelost door burgers die op verzoek van de N.B.S. daarbij helpen. Enige mensen meenden echter dat zij niet hoefden te helpen. De krant dringt er op aan om zonder aanzien des persoon medewerking te verlenen als daarom wordt gevraagd.

In verband met de krijgsverrichtingen deelt de waarnemend- burgemeester op 12 april mee dat alle verkeer op de grote wegen vermeden dient te worden. Daarom mag niemand zich meer dan 6 kilometer van zijn huis begeven, mag het Twentekanaal niet overschreden worden, mag niemand onnodig binnen de Zutphense grachten komen en is het zich in de openlucht bevinden van 21.30 tot 7.30 uur verboden.

Vergelijkbare berichten