Philip Sidney (na 1582 Sir Philip Sidney) werd op 30 november 1554 geboren op Penshurst Place in het graafschap Kent als oudste zoon van Sir Henry Sidney, ‘onderkoning’ van Ierland en Wales, en Mary Dudley. Zij behoorde tot een van de voornaamste families van Engeland. Sidney had al op jonge leeftijd toegang tot het hof van koningin Elizabeth I. Zijn veelzijdige begaafdheid en charismatische optreden leidden ertoe dat hij vele reizen door Europa maakte. Verschillende diplomatieke missies werden aan hem toevertrouwd. Zijn eerste reis, zijn Grand Tour, bracht hem onder andere in Parijs. Hier was hij getuige van de Bartholomeusnacht van 23-24 augustus 1572, waarin duizenden Hugenoten door de katholieken werden vermoord. Die gebeurtenis maakte hem tot een fervent strijder voor de protestantse zaak. Vernieuwer van de dichtkunst.

Dichter en schrijver

Philip Sidney wordt beschouwd als de belangrijkste dichter en schrijver van Engeland in de zestiende eeuw, omdat hij de Italiaanse Renaissance introduceerde in West-Europa. Hij schreef onder meer het prozawerk Arcadia, Astrophel and Stella, een serie liefdesgedichten die wordt gerekend tot de beste reeks sonnetten die in Engeland zijn vervaardigd. Ook schreef hij het essay A Defense of Poetry, een baanbrekende beschouwing over het belang van de dichtkunst.

Verkeken kansen

Deze jonge veelzijdige gentleman die zich had ontwikkeld als een voorbeeldig Christen met een hoge dosis intelligentie, moed en had een grote kennis opgedaan van cultuur in een drie jaar durende reis door het vasteland van was we nu Europa noemen. Hij was eveneens een gevierd ruiter op toernooien waar hij bekend stond om zijn sportiviteit.

Penhurst Place Kent Engeland
Posthumous portrait of Sir Philip Sidney, possibly by Hieronimo Custodis, after an original attributed to Cornelis Ketel, 1578, at Longleat House. See Strong, 1990

Hij had zelf een concept voor een toernooi voor een  “aanval” door ridders op het kasteel van koningin Elizabeth geschreven. Sidney had hier een wapenuitrusting in blauw en goud, had vier pages en vier paarden bij zich die waren opgetuigd in zilver- en goudlaken, bedekt met parels, gouden en zilveren veren en kant. Voorts nog vier trompetters en een gezelschap van dertig man waarmee hij het kasteel aanviel. De aanval bestond uit bloemen, muziek en kanonnen die geparfumeerd water en poeder afschoten. De hele aanval bestond uit symboliek. Zo had Sidney bijvoorbeeld een schild bij zich waarop het Latijnse woord ‘ Speravi’ stond, dat betekend ‘Ik had gehoopt’. Sidney was als neef van graaf Leicester, die geen kinderen had, zijn enige erfgenaam. Echter er kwam plots toch nog een zoon. Hiermee waren zijn kansen op de erfenis verkeken.

In ongenade

Aan het Engelse hof valt Sidney in ongenade als hij een brief opstelt waarin hij zijn ongenoegen uit over de huwelijksplannen van Elisabeth met de Franse hertog van Anjou. Ze zou zich volgens hem ‘vervreemden van haar volk door met deze Franse katholiek te trouwen’.

Zijn non-actief gebruikt hij om zich op zijn literaire kwaliteiten te werpen. Hij vindt dat Engeland achter loopt in deze ontwikkelingen. Hij ontwikkeld een volledig nieuwe techniek voor ritme en rijm in Engeland. In Londen was een soort Nederlandse enclave ontstaan van handelaren die op de vlucht waren geslagen voor het Spaanse regime.

Universiteit Leiden

In 1575 wordt in Leiden een universiteit geopend waarbij de verbondenheid met Engeland op gebied van politiek, godsdienst en letteren duidelijk naar voren kwam. Sidney onderhield sinds zijn educatieve reis naar de Nederlanden vele contacten, waarbij politiek een van de vele onderwerpen was waarover gediscussieerd werd. 
Intussen verwaarloosd hij zijn sociale plichten tov koningin Elizabeth niet. Op nieuwjaarsdag 1581 biedt hij haar, passend binnen de speelse sfeer, een zweepje aan als sieraad, bezet met diamanten en parels. Hij krijgt een plaats in het Lagerhuis en wordt ook geridderd.

Prent Optocht bij de inwijding van Universiteit van Leiden, 1575 (anoniem, 1779 – 1781, collectie UBL).
Opstand in de Nederlanden

Elizabeth steunde de opstand in de Nederlanden. De huwelijken van Mary Tudor en Mary Stuart met achtereenvolgens de Spaanse Philips II en de Franse koning Frans II, bracht deze landen gevaarlijk dicht bij Engeland . De steun die Elizabeth gaf was puur een behoedzame tactiek.

Diplomatieke missie

In 1577 wordt Sidney door koningin Elizabeth naar het vaste land gestuurd met een diplomatieke missie. Hij moest namens haar de condoleances overbrengen aan keizer Rudolf II en keurvorst Lodewijk VI van de Palts voor het recente overlijden van hun vader. Op terugweg naar Engeland wordt hem gevraagd als peetvader op te treden bij de doop van het pasgeboren dochtertje van Willem van Oranje.  (Dit als vertegenwoordiger voor Leicester).

Willem van Oranje en Sidney mogen elkaar en bespreken zelfs de mogelijkheid van een huwelijk met een Oranje-prinses waarbij stadhouderschap over Holland en Zeeland aan de orde was.

Hertog Frans van Anjou ging in 1579 naar Engeland voor een politiek gemotiveerde en moeizame verlovingsperiode met koningin Elizabeth I van Engeland. Zij mocht hem wel, maar hij was 22 jaar jonger dan zij en bovendien katholiek, wat niet goed viel bij het Engelse volk. 

Opstandige gewesten

Eveneens in 1581 worden in de opstandige gewesten in de Nederlanden door middel van het Plakkaat der Verlatinge, Philips II als landsheer afgezet. Willem van Oranje dringt aan op steun van Frankrijk. Vanuit Engeland komt Anjou met veel pracht en praal en met in zijn gevolg zo’n honderd grote heren en 300 bedienden naar Vlissingen.  In zijn gevolg bevond zich oa Sidney.  Anjou wordt de nieuwe hertog van Brabant en heeft ambitiesom meer macht te verkrijgen. Anjou sterft in 1584, en in datzelfde jaar wordt ook Willem van Oranje vermoordt.
Engeland kan niet achter blijven met hulp aan de Nederlanden. Engeland ontvangt hiervoor de pandsteden Vlissingen, Den Briel en Fort Rammekens waarmee ze zelf de Schelde de Maas en de Rijn kunnen beheersen.

Balthasar Gerards schier Willem van Oranje neer, 1584 – Hendrik Albert van Trigt, in of voor 1877 – 1899 (Rijksmuseum)

De katholiek Balthasar Gerards maakte op 10 juli 1584 een einde aan het leven van Willem van Oranje. De leider van de Nederlandse Opstand werd in het Prinsenhof in Delft van dichtbij neergeschoten.

Leicester komt te hulp

Onder leiding van Graaf Leicester komen er 5000 soldaten om de Staatse troepen te versterken,

Sidney werd tot gouverneur van Vlissingen benoemd. Hier heeft hij zijn handen vol aan soldaten die al lang geen soldij meer hadden ontvangen, er waren geen kazernes zodat de soldaten onderdak “kregen” bij de bevolking.

Leicester in Vlissingen

De intocht van Graaf Leicester in de Nederlanden (Vlissingen) was groots, meer dan 100 schepen met behalve cavaleristen een kleine 200 lords, pages, lakeien, keukenpersoneel, geestelijken, muzikanten en acteurs. Prins Maurits wachtte ze op. Triomfale  intochten en feestmaaltijden bestaande uit: gebraden zwijnen, fazanten met veren en al, reusachtige partijen waar zwanenhalzen uitstaken, kristallen kastelen van suikergebak omringd door zilveren grachten en wijn in overvloed.

In Leiden was de intocht zowaar nog grootser daar Leicester kanselier van de  universiteit in Oxford was, werd hij officieel welkom geheten door de curatoren van de Leidse universiteit.

Groots onthaal van de graaf van Leicester in Vlissingen. Een menigte soldaten en burgers wonen zijn aankomst bij.
Kopergravure van de belegering van Zutphen in 1586 door de graaf van Leicester. Midden op prent is de IJssel afgebeeld en aan de westzijde van de IJssel verschansingen van het Spaanse en Engelse leger aan de westkant van de IJssel. Duits onderschrift in versregels in vier kolommen. Geen tekst op keerzijde. Uit: Hogenberg’s belegeringsprenten. Bron: Stedelijke Musea
Kamp bij Zutphen

Eind september 1586 sloeg Leicester zijn kamp op bij Zutphen dat al sinds 1583 in Parma’s handen was. De Spaanse troepen ter plaatse stonden onder commando van Battista de Taxis. Aan de overzijde van de IJssel bevonden zich ook nog twee Spaanse forten.
Leicester legde ruim een kilometer ten zuiden van de stad een schipbrug over de IJssel zodat hij zowel de forten als de stad kon belegeren. Leicester ontvangt bericht dat Parma versterkingen stuurde, maar hij vermoedde ten onrechte dat het om een klein konvooi zou gaan.

De Engelsen legden daarop loopgraven rondom de stad om zo een hinderlaag voor te bereiden. Het Engelse leger bestond uit 300 man voetvolk, een stuk of 50 edelen die ook wel eens wat actie wilden meemaken en nog wat aanvullend ongeordend legervolk, gezamenlijk 500 man.
In dichte mist in een bijna frivole stemming wachtte men de Spanjaarden op.

De Slag bij Warnsveld

Het Spaanse konvooi bereikte in de nacht, met een dichte mist in zijn voordeel, onopgemerkt Warnsveld. Dit leger bleek echter een grote overmacht te hebben terwijl deze overmacht werd aangevuld met nog eens 2000 man. Een ongelijke strijd. tegen de Engelsen

Taxis werd op de hoogte gebracht van hun komst en viel uit de stad om de versterkingen tegemoet te rijden. De Engelsen waren echter gewekt door de geluiden van de bewegende legers en maakten zich in allerijl gereed voor de strijd. Afgaande op het gerucht in de nevel stuitten ze eerder dan verwacht op het konvooi, alwaar een scherp gevecht ontstond. De Spanjaarden leden aanzienlijke verliezen, maar hadden zich veel beter voorbereid en kennis van het terrein en de omstandigheden, in tegenstelling tot de Engelsen die mede door de mist gedesoriënteerd waren. Philip Sidney verloor tweemaal zijn paard en raakte zwaargewond toen hij een derde besteeg. Hij had zijn dijbeenstukken niet aangedaan wat hem juist fataal werd. Een musketkogel verbrijzelde zijn dijbeen. Over de slag bij Warnsveld wordt zonder bronvermelding gesproken over legergroottes van 17000 tot 25500 man met verliezen van wel 4500 tot 6000 man.

Sir William Russel bij de slag bij Zutphen […] 22 september 1586.
De dichter Sir Philip Sidney (1554-1586) sneuvelt bij Warnsveld – 1586.

Als Willem van Oranje niet was  vermoord, dan was Sir Philip Sidney waarschijnlijk nooit hier naar toe gekomen om te helpen in de strijd tegen de Spaanse overheersing in de Nederlanden waarbij hij twee jaar na de dood van Willem van Oranje dodelijk gewond raakte bij de ‘Slag bij Warnsveld’ . Gewond wordt hij afgevoerd naar Arnhem waar hij in eerste instantie aardig geneest maar na een paar dagen aan wondkoorts komt te overlijden. In Arnhem werd hij nog een maand lang verzorgd in een woning in de Bakkerstraat waar hij uiteindelijk op 17 oktober 1586 aan zijn verwondingen bezweek

De dood van Sidney

Met een boot werd hij overgebracht naar Arnhem, dat op dat moment in Staatse handen was. Een maand lang werd hij verzorgd door de familie Van den Gruithuis in hun woning in de Bakkerstraat. Helaas ontwikkelde zich bij Sidney wondkoorts, waaraan hij op 17 oktober 1586 overleed. Zijn lichaam werd naar Engeland overgebracht waar het een half jaar later onder overweldigende belangstelling officieel ter aarde werd besteld in Saint Paul’s Cathedral te Londen. Koningin Elisabeth zei dat jaar dat zij het leven van Sir Philip Sidney ‘terug zou willen kopen met vele miljoenen’.

Voor de gevel van Bakkerstraat 68, het huis waar Sidney is overleden, is een kantstrook geplaatst. De tekst van deze kantstrook luidt:

In dit huis overleed op 17 oktober 1586 *Sir Philip Sidney* Engels dichter, diplomaat en krijgsman, aan zijn verwondingen opgelopen in de slag bij Zutphen. Hij gaf zijn leven voor onze vrijheid. De kantstrook s op 17 oktober 2011 onthuld door burgemeester Krikke van Arnhem en Philip John Aldernon Sidney, 2nd Viscount de L’Isle, de huidige bewoner van Penshurst Place en verre verwant van Sir Philip Sidney. De strook werd bekostigd door vele donaties uit binnen- en buitenland.

Philip Sidney beeld aan de Coehoornsingel

Vergelijkbare berichten