Ruiter Kortegaerd
In 1639 gebouwd door Emond Hellenraet (± 1592-vóór 1664), die vooral bekend is als bouwmeester van de Wijnhuistoren. Samen met het buurhuis het Bolwerck (1549) en met de Drogenapstoren (1446) op de achtergrond vormt het een zeer fraaie afsluiting van de Zaadmarkt. De bakstenen trapgevel in renaissance stijl opgetrokken heeft de grote trappen welke zijn opgevuld met klauwstukken.
Het pand is bekroond door een gebroken tympaan met kleine obelisk. Boven de twee hoofdvensters zijn een soort accoladebogen aangebracht. De toegangspoort met dorische pilasters, Typerend in het pand zijn ook de ronde ramen, ook wel ‘runderogen’ genoemd.
In de eerste en tweede verdieping wordt gezondigd tegen het klassieke principe dat zich op de verticale symmetrie-as geen zuil, pilaster of muurdam mag bevinden. De toch zeer originele gevel heeft hierdoor een lichte neiging visueel in twee helften uiteen te vallen. Hellenraet tilde blijkbaar niet zwaar aan dit principe, getuige de romp van de Wijnhuistoren. Zie ook de aan hem toegeschreven gevels Sprongstraat 6, Kuiperstraat 17 en Zaadmarkt 84 (Café “De Korenbeurs”).
In de zeventiende eeuw deed het pand dienst als wachtlokaal voor de ruiters van het bereden garnizoen dat in Zutphen in bezetting lag. De naam Kortegaerd is dan ook een verbastering van Corps de Garde; Een korps dat niet werd ingezet voor beveiliging van de stad maar elders haar operaties uitvoerde. Vele panden in Zutphen zijn onderkelderd, echter in Ruiter kortegaerd is geen onderkeldering. In 1955 werd het pand door het Wijnhuisfonds angekocht. Het pand heeft in de vorige eeuw dienst gedaan als pakhuis / opslagruimte en er is ook nog een garagebedrijf in gevestigd geweest. In 2002 besloot Wijnhandel Schaapveld zich in het pand te vestigen. Zij hebben met oog voor de monumentale schoonheid het pand door architect Aad Gerts van een passend interieur voorzien. Het pand zelf is door het Wijnhuisfonds in overleg met Monumentenzorg gerestaureerd. De begane grond is het domein van wijnhandel Schaapveld geworden, terwijl op de eerste verdieping een appartement is aangebracht.
Bron: Wijnhuisfonds