Het smalle zijstraatje van de Zaadmarkt, net naast café de Korenbeurs, heette vroeger de Posthuisssteeg.

De naam Ravenstraatje is afkomstig van een herberg die in de 16e eeuw bekend stond als “Raefen”, “Raven” of “Zwarte Raven”. Dit pand vinden we aan de Houtmarkt 82. In die tijd stond de straat bekend als Ravenstraat of -steeg. 


Ravenstraatje 3

De geschiedenis van het laatmiddeleeuwse Ravenstraatje nummer 3 is er een van veel veranderingen. Oorspronkelijk waren het twee kleine pandjes en na veel splitsingen en samenvoegingen is het eind 18e eeuw een deftig huis geworden. De sierlijke deuren, mooie snijramen en de kroonlijst zijn daar nu nog het bewijs van. Ook het interieur ademt nog de sfeer van oude tijden. In 1997 is het pand geheel gerenoveerd in opdracht van Nationale-Nederlanden. De verzekeraar kocht het pand omdat het woonhuis van mede oprichter Derksen in 1845 fungeerde als kantoor van “de Assurantiemaatschappij tegen Brandschade De Nederlanden van 1845”.

Over het grote pand met de gevelnaam “’t Gruythuis” valt het nodige te vertellen. Vandaag de dag huist er niet alleen een snoepwinkel en een klooster-bibliotheek maar is een van de kamers ingericht met de historie  van Nationale-Nederlanden en haar Zutphense roots.

Gruytmolen

In 1552 wordt het pand voor het eerst benoemd met als eigenaar Bernt ten Broeck. Vele eigenaren verder, in 1685, werd Gerrit Loitinck de nieuwe eigenaar hij en zijn vrouw startten in huis en schuur een gruythuijs. Met een rosmolen, een met paardenkracht aangedreven molen De tandwielen zetten molenstenen in beweging. Het moment echter dat Gerrit Loitinck met de gruijtmolen start is vreemd aangezien er op dat moment al hop wordt gebruikt en er slechts één Gruythuijs met Hertogelijke rechten in de stad is. Waarschijnlijk werd er malt, een mengsel van tarwe haver en gerst, dat in een vochtige warme ruimte tot ontkieming werd gebracht, daarna gedroogd en gemalen. In 1688 werd de boedel in desolate toestand verkocht.

Pakhuis

In de 17e eeuw diende het pand als koetshuis en pakhuis. Daarna ook nog tot 1965 als papierpakhuis van de drukkerij Nauta en weer later als pakhuis van de Walburgpers. Begin 80 jaren werd het pand omgebouwd tot woonhuis. Bij aankoop verkeert het pand in slechte staat. In 2010 werd besloten het hele pand te renoveren. Bij sloop van de verlaagde plafonds kwam een indrukwekkende balkenconstructie te voorschijn. Eerder al in 1989 was de voorgevel ontpleisterd en is de empire raamverdeling gewijzigd in 18e eeuwse roedeverdeling. 

Vondsten

Op ongeveer 9 meter diepte vond men een brandlaag, met veel grote stukken houtskool. Dat dit te maken heeft met de grote stadsbrand 13 mei 1284 is niet aannemelijk daar deze vooral ten noorden van de markten is aangetoond. Aangenomen en bewezen is dat de locatie binnen het ringburgwalsysteem ligt. Het betreft naar alle waarschijnlijkheid een plaatselijke brand. Het achter terrein / binnentuin, is verstoord. Een grote kuil met bouwpuin die waarschijnlijk is gecreëerd tijdens de verbouwing in de tijd van de grutmolen, (1685). Blauw beschilderde majolicaborden, majolicategels, en Nederlandse roodaardewerken voorraadpotten pispotten en ander aardewerk. Bijzonder is een bronzen boeksluiting, gedateerd late 16e begin 17e eeuw. Voor het complex betekent dit een goede datering. 
Bouwhistorisch onderzoek heeft voorlopig uitgewezen dat het pand Rodetorenstraat 51 muurwerk heeft wat uit de 14eeeuw stamt. 

Nationale Nederlanden

Gerrit Jan Derksen handelaar in schors en effecten en zijn neef, Christiaan Marinus Henny, kruidenier. legden in 1845 de grondslag voor het nationale Nederlanden concern. 
Op 12 april van dat jaar richtten zij in Derksens woonhuis aan het Ravensenstraatje 3 te Zutphen een eigen brandverzekeringsmaatschappij op, die op 10 augustus 1845 in werking trad. 

De twee portretfoto’s zijn de enige afbeeldingen van Gerrit-Jan Dercksen en Christiaan Henny in de collectie. Het zijn reproducties van geretoucheerde daglicht collodium-zilverdrukken, gemaakt rond 1880
(Bron: https://www.brandkashenny.nl/het-museum/)

Officieel heette het bedrijf de NV Assurantie Maatschappij tegen Brandschade. Maar in Zutphen en omgeving sprak men van “de Zutphense” en later zelfs van “de Brandkas van Henny”. Henny was de bekendste van de twee directeuren door zijn vele activiteiten op het politieke en sociale vlak.

De nieuwe maatschappij kende 119 aandeelhouders. Voornamelijk behorend tot de regionale aristocratie en de Zutphense notabelen. De twee grootste aandelenpakketten waren in handen van twee adellijke vrouwen. Het bedrijf beleefde een onstuimige groei. Zowel in Nederland als elders in de wereld werden agenten aangesteld. En allengs werd het Ravenstraatje te klein voor de vele activiteiten van de brandkas van Henny en verhuisde naar de IJsselkade. In 1888 kreeg het bedrijf de naam “Assurantie Maatschappij tegen Brandschade “De Nederlanden” van 1845. 

In 1897 werd het hoofdkantoor overgeplaatst naar Den Haag. Na een fusie met de Nationale Levensverzekering-Bank in 1963 heet de van oorsprong Zutphense verzekeringmaatschappij, “de Nationale Nederlanden”. Het geboortehuis van de maatschappij kwam 150 jaar na oprichting van de maatschappij weer in het bezit va Nationale Nederlanden. Er is nu onder andere een klein historisch museum gevestigd.

Gruyt

Grut of gruyt was het een kruidenmengsel waarmee bier op smaak werd gebracht en ook houdbaarheid kreeg. Onder andere  gebruikte men de kruiden gagel (Myrica gale) of moerasrozemarijn (Ledum palustre),  laserkruid (Laserpitium siler) en laurierbesjes (Laurus nobilis). Mogelijk  werden ook hoppen gebruikt en geraffineerde hars dat voor een conserverende werking zorgde. Soms kwam het voor dat men ook jeneverbessen, karwij en anijs toevoegden. Zutphen telde destijds 23 bierbrouwerijen. 

Renovatie

De binnenplaats tussen Ravenstraatje 3 en Rodetorenstraat 51 is onder toezicht van de gemeentelijke archeologische dienst 1 meter uitgediept.  Dit was vooral van belang omdat de locatie tussen Rodetorenstraat en Zaadmarkt de plek is waar in het laatste deel van de 9e eeuw de ringburgwal heeft gelegen. De archeologische dienst heeft het gevonden muurwerk schoongeborsteld en er zijn boringen gezet om de 9e eeuwse vesting in beeld te brengen. Het tongewelf dat in zeer slechte staat verkeerde is verwijderd. Bij de opgraving zijn diverse resten van kannen, pijpen en tegeltjes gevonden, maar ook restanten van een waterkelder uit de tweede helft van de achttiende eeuw. De kelder is zichtbaar gehouden door het toepassen van glazen vloerdelen. Een waterkelder is een verzamelput voor al het regenwater. Regenpijpen mondden hierin uit en vervolgens werd met behulp van een pomp het verzamelde water in huis gebruikt.

Waarneming met vragen

In het hoekpand va het Ravenstraatje (nr 1) hoek Rodetorenstraat (nr 53) trof men een onverwachte greppel met in de onderlaag materiaal uit begin 10e eeuw. Deze greppel aan de binnenzijde van de verdedigingswal diende waarschijnlijk als afwateringssysteem binnen de burg. De greppel was ca. 5 meter breed en 2,5 meter diep. *

*Elf eeuwen historie in en onder Rodetorenstraat 51 blz.17, 19, 20 en 21.

Snoepwinkel en Kloosterboeken

De binnenruimte bood mogelijkheid tot het onderbrengen van een bijzondere kloosterbibliotheek. Om deze ruimte hiervoor geschikt te maken is tijdens de verbouwing bovengenoemd  archeologisch onderzoek uitgevoerd. De oudste boeken stammen uit begin 17e eeuw en zijn afkomstig uit het Kruisherenklooster te Uden. De ontvangstkamer heeft een bijzonder interieur evenals de snoepwinkel. Oude apothekerskasten uit 1790 en het interieur van het pand Lange Hofstraat 31. De kruidenierswinkel van de heer Henny (Houtmarkt, nu van der Kam) is omgezet in een oudhollandse snoepjeswinkel, die zich in nu dus in de oude woonkamer van de familie Dercksen bevindt. Speciaal voor mensen met voedselallergie of -intolerantie wordt er snoepgoed aangeboden.

Bijzonderheid in de ontvangstkamer is de oudste ‘jukebox’ van Nederland. In 1890 door Kalliope gemaakt in Leipzig.

Bibliotheek met boeken afkomstig van het Kruisherenklooster uit Uden

Vergelijkbare berichten