De Pijpenbacker
Het pand draagt prominent in het fries van de kroonlijst de naam ” De Pijpenbacker”.
De volgende naam die in verband met de tabakspijpennijverheid kan worden gebracht is de uit Deventer afkomstige Berent Harscamp die 1681 in het Nederlands Hervormde lidmatenboek wordt ingeschreven. Op 4 maart 1681 had Berent reeds van de magistraten van Zutphen een monopolie gekregen op het uitoefenen van het beroep van pijpenmaker.
“Op regte van Berent Hartscamp den Supplt. wort het versovgt octroijs om de konst van pipenbackerije alhier alleen te mogen exerceren voor den tijdt van twaelf jaeren geaccordeert mits soo haest doenlijk zich herwaerts transporterende en deselve konst
effectievelijck bij de handt neemende bij verlos van het zelve octroij”.
Uit deze resolutie blijkt dat in 1681 Berent voor de periode van 12 jaar het alleenrecht heeft gekregen om binnen de stad Zutphen kleipijpen te produceren.
Op 31 december 1687 kochten Berent en zijn vrouw een “seecker huys ende wehre” gelgen aan de Barlhese in Zutphen. Het huis dat Berent toentertijd kocht is het nog bestaande pand Barlheze 11. Dit pand grenst aan de achterzijde aan de stadsmuur.
De totnogtoe vroegste vermelding van Zutphense tabakspijpennijverheid stamt uit het jaar 1646. In dit jaar wordt in het verpondingscohier een zekere Engbert die Pijpenbacker genoemd17. Hij was op dat moment als huurder tezamen met de weduwe Engele (van Eijll?), weduwe van Evert Noordinck, woonachtig in het pand Sprongstraat 8
Voor de laatste keer komt Berent tezamen met zijn vrouw Helena in de archieven voor wanneer zij in het jaar 1696 een testament op maken. Nadere gegevens omtrent deze Zutphense pijpenmaker zijn niet bekend.
Ondanks intensief onderzoek is het tot op heden niet gelukt om tabakspijpen in relatie met deze Zutphense pijpenmakers te brengen. Aangenomen wordt dat het Zutphense tabakspijpenmodel overeen komt met het Deventer model en zodoende niet herkend wordt. Dit is niet zo verwonderlijk als in beschouwing wordt genomen dat Berent Harscamp van oorsprong uit Deventer afkomstig is en hiervandaan mogelijk zijn gereedschap heeft meegenomen. Lees ook: Pijpen Halve Maanstraat
Bron: ZAP 6 Jan van Oostveen.
Locatie: Barlheze 9-11
Het Goudse Pyp-makers Gilde over het Ambacht:
Geen meester-pyp-maker zal iemand aannemen, om voor een stuk gelts het ambacht van pypmaker te leeren, of zij zullen eerst een jaar moeten ROLLEN, een jaar TREMMEN en een jaar moeten KASTEN, eer zij voor Knegts zullen mogen werken op een boete van twee gulden.