Maart. 3

Eind maart beginnen de Duitsers de stellingen rond de stad te bezetten en worden de springladingen op de bruggen aangebracht. Jonge fanatieke parachutisten komen de bezetting versterken. Het begint duidelijk te worden dat de Duitsers onze stad niet zomaar zullen overgeven.

Volgens de geruchten zijn de bevrijders op 31 maart doorgedrongen tot in de Achterhoek en wordt deze in hoog tempo gezuiverd van de vijand. De inwoners van Zutphen hopen dat hun stad zonder veel moeite ingenomen zal worden.

Een teken dat de bevrijders in aantocht zijn is het vertrek van de Duitse spoorwegbeambten die sinds de spoorwegstaking de plaats hebben ingenomen van hun Nederlandse collega’s en van de hier aanwezige Duitse telefonistes die ook hun koffers pakken.

Ook de militairen beginnen maatregelen te nemen. Veel toegangen tot de stad worden afgesloten. Daarvoor zijn grote betonnen blokken bij de ingangen gebouwd. In de openingen worden goederenwagens van de tram geschoven die dicht gemetseld zijn met stenen. Hiervoor worden ook wel cementringen gebruikt die eveneens met stenen zijn opgevuld.

De jeugdige Duitse soldaten kunnen nu hun gevechtskennis, die ze in een paar weken aangeleerd hebben, in praktijk gaan brengen. Om hun “moed” wat op te vijzelen worden ze rijkelijk van sterke drank voorzien.

Zoals bekend is de commandofuhrer van de S.D. in Zutphen eind janauri vervangen omdat hij volgens zijn superieuren niet krachtdadig genoeg is opgetreden. Hij wordt vervangen door de Untersturmführer Heinemann. Deze arresteert in de maanden dat hij hier werkzaam is ongeveer 200 personen. Eind maart worden twee maal over twee mensen gedood in de buurt van het Huis van Bewaring aan de Martinetsingel en door het Rode Kruis naar het lijkenhuisje van het Alg. Ziekenhuis gebracht. Volgens de S.D. zijn twee op de vlucht neergeschoten en de andere twee standrechtelijk terechtgesteld.

Ludwig Heinemann (1911-1947), SD-Untersturmführer
Ludwig Heinemann (1911-1947), SD-Untersturmführer

Eind maart 1945 krijgt Heinemann van de Gefechtskommandant de opdracht het Huis van Bewaring in Zutphen te ontruimen. Hij meldt dan aan zijn chef Sturmführer Haaze in Lochem dat hij politieke gevangenen heeft die naar zijn mening tot de zware gevallen gerekend moeten worden. Op 29 maart stuurt hij één van zijn mensen met een brief naar Lochem waarin hij om instructies vraagt ter zake van de gevangenen.

Deze komt terug met op de aan Haaze gerichte brief een kanttekening dat hij, Haaze, de toestand in Zutphen niet kan beoordelen maar dat Heinemann als commandant ter plaatse “nach pflichtgemässen Ermessen” moet handelen.

Omdat Zutphen op dat moment al tot gevechtsgebied is verklaard hoeft hij Haaze niet om een beslissing te vragen. Hij doet dit wel om, naar hij later verklaart, zich te oriënteren.

Na ontvangst van het bericht uit Lochem besluit hij tot fusillering van de z.g.n. zware gevallen over te gaan.

Dit mag hij doen omdat de Befehlshaber der Sicherheitspolizei in der Niederlande een algemeen bevel heeft uitgevaardigd dat personen van wie bewezen is dat zij terroristen zijn standrechtelijk doodgeschoten kunnen worden indien plaatselijke gevechten begonnen zijn, dan wel dat er sprake is van “Drohende Ortskampf”.

Na bestudering van de akten en verklaringen komt hij tot de slotsom dat een zestiental personen daarvoor in aanmerking komen.

Bij nadere bestudering besluit hij vier personen van wie de zaak niet goed is onderzocht af te laten vallen.

Tijdens zijn proces in december 1946, hij wordt dan in Zutphen ter dood veroordeeld en het vonnis wordt ook voltrokken, wordt aan Heinemann gevraagd waarom hij de gevangenen niet naar elders heeft overgebracht in plaats van hen te doden. Naar zijn zeggen heeft hij dat niet gedaan omdat hij maar één auto ter beschikking heeft en slechts 15 liter benzine. Bovendien is er in de omliggende plaatsen aan de andere kant van de IJssel geen geschikte plaats om bedoelde zware gevallen onder te brengen.

Namens basisschool De Bongerd wordt door leeringen een bloemstuk gelegd. Foto: Henk Derksen

Op de avond van 31 maart maakt hij op het kantoor van de Duitse directeur Hamann een duplicaat van de lijst met namen van de personen die gefusilleerd zullen worden en geeft hij aan de directeur opdracht de volgende  personen te laten halen: W van Benthem, H.J. Boxtart, B. Dijstra, A. Gerritsen, G. Hartogh, Baron F.W.L. van Heemstra, H.J. Lammers, H.H. Lier, G van Oostveen, A.C. Oskam, D.J. Sonnenberg en H. Westhof.

Beneden in de gang krijgen twee S.Ders opdracht de mannen twee aan twee met touwen te boeien. Met twee andere  neemt hij de lijst nog een keer door en komt tot de conclusie dat Dijstra en Westhof alsnog moeten afvallen.

Vervolgens krijgen de S.D. mensen de opdracht vier personen in een auto te laten plaats nemen en daarmee naar de IJsselkade te rijden. Hij zelf rijdt eerst nog de IJsselkade af op zijn motorfiets om een geschikte plaats te vinden.

Bij de Marspoortstraat geeft hij het bevel om de gevangenen uit de auto te halen. Zij krijgen de opdracht in de richting van de rivier te lopen. De vier S.D’ers lopen achter hen aan. Op een gegeven ogenblik roept hij halt waarop de gevangenen blijven staan met de rug naar de S.D’ers. Kort daarop klinkt het commando “Feuer” waarop een salvo uit de machinepistolen van de vier mannen volgt.

Nadat is gebleken dat de mannen dood zijn geeft Heinemann opdracht de touwen door te snijden en hen in de IJssel te gooien.

Daarop gaan ze terug naar het Huis van Bewaring om de volgende vier personen op te halen die op dezelfde wijze worden omgebracht. Ten slotte gaan twee S.D’ers terug om de laatste twee op te halen en ook zij ondergaan de zelfde behandeling.

Eén van de terechtgestelden  W. van Benthem is bij de schietpartij slechts licht gewond geraakt aan de achterzijde van zijn lichaam maar kan zich desondanks nog goed bewegen. Maar hij houdt zich dood. Als hij op de grond ligt worden de touwen doorgesneden. Voordat zij hem in het water gooien trekken zij hem nog zijn laarzen uit. Volgens zijn verklaring is hij weggezwommen en heeft nog gekeken of hij zijn medegevangenen kon helpen maar heeft niemand meer gezien. Als iedereen weg is komt hij uit het water en brengt zich vervolgens in veiligheid. Omstreeks 23.30 uuur zijn de  S.D’ers  terug op de “Dienststelle”.

Vergelijkbare berichten