De Tweede Wereld Oorlog is niet als een donderslag bij heldere hemel uit de lucht komen vallen. Al midden jaren 30 zag men de bui hangen en werden er op zowel plaatselijk als landelijk niveau voorzorgsmaatregelen getroffen.
Aanvankelijk was het de bedoeling de vijand in de buurt van de grens tegen te houden, later na een commandowisseling werd besloten tussen grens en hier de IJssel versperringen op te richten en de soldaten die deze gelegd hadden terug te trekken over de IJssellinie en die te verdedigen.
Dat is ook gebeurd. De laatste verdedigingsgordel in Zutphen voor de IJssel waren de Deventerwegbrug, De Larebrug en de Spittaalstraatbrug.
De spoor- en verkeersbrug over de IJssel worden die morgen al rond 5.30 uur opgeblazen. Kort daarvoor was de bevolking van de Hoven en de mensen die in de buurt van bruggen wonen gevraagd te gaan evacueren. Voor de Hoven is daarvoor een plan gemaakt. De mensen gingen, meestal lopend naar Klarenbeek waar voor onderdak was gezorgd.
Een gepantserde trein met Duitse militairen was al heel vroeg in Zutphen. De bemanning moest proberen de IJsselbrug onbeschadigd in handen te krijgen. Maar ze waren te laat. Deze trein kon ongehinderd via Winterswijk naar Zutphen rijden omdat vernielingen aan het spoor niet waren toegestaan. In de Hoven was het Nederlandse 1-35 regiment infanterie gelegerd, versterkt met een compagnie van het grensbataljon.
De Duitse troepenmacht bestond uit de 227e infanterie divisie en daaraan toegevoegd enkele Schnelle Gruppen van de S.S. Nord Mitte und Süd.
De S.S. Gruppen moesten een bruggenhoofd bij Zutphen forceren. Met rubberboten die met de hand geroeid werden vertrokken ze vanuit de huidige jachthaven. Ze kwamen op de IJssel meteen onder vuur te liggen. Velen verdronken. In een Duits boek wordt gesproken van ‘unangenehm viele verluste’. Het lukte pas aan het eind van de middag de Hoven te bezetten. Elf Nederlandse militairen kwamen bij deze gevechten om.
Veel huizen in de Hoven werden door de oorlogshandelingen verwoest.