Lutherse kerk
Al in 1530 zijn er binnen de stadsgrenzen van Zutphen Lutheranen. Er zijn helaas geen namen van hen bekend en gaan door het ontbreken hiervan onder in anonimiteit. In het voorjaar van 1693 kreeg de kerkenraad van de Lutherse kerk in Zutphen, die toen al een tiental jaren bestond, toestemming van de magistraat om in de Beukerstraat een boerderij aan te kopen en te verbouwen tot kerkgebouw. Een jaar later – de verbouwing werd wat vertraagd door een strenge winter, kon de kerk feestelijk in gebruik genomen worden.
De vroegere stadsboerderij was niet zo groot als de huidige kerkzaal. Daarom werd aan de achterzijde van het gebouw een stuk binnenplaats opgeofferd ten behoeve van de kerk.
Daar ontstond ook ruimte voor de kosterij, de ‘ambtswoning’ van de koster. In de zolder van de huidige kosterij is nog duidelijk te zien hoe destijds dat pand ingeklemd stond tussen en leunend tegen de bebouwing van de Beukerstraat. De huidige gevel van de kosterij is van de jaren ’30 en dus betrekkelijk recent. Eigenlijk veranderde er in de loop van de vele jaren niet veel. Er was aanvankelijk een kleiner kerkgebouw, een deel van die ruimte was pastorie, maar toen de predikant elders in de stad prettiger woonruimte had gevonden, stond de straatzijde leeg. Toch was de kerk groot genoeg, al telde de gemeente honderden leden. De meesten waren militair en lagen in garnizoen in Zutphen. Het leger maakte in de 17e eeuw veel gebruik van huursoldaten. Die kwamen voor een belangrijk gedeelte uit Duitsland, en in dat land was men in hoofdzaak Luthers georiënteerd. De aanwezigheid van het garnizoen verklaart overigens waarom de lutherse religie werd getolereerd en waarom er in Doesburg, Deventer en andere stadjes langs de IJssel Lutherse kerken ontstonden: het waren doorgaans garnizoenssteden.
En toen het orgel.
Het interieur van de kerk werd na het vertrek van de predikant fors veranderd. Op de bovenste verdieping werd, wat jaren na die verhuizing, een orgel geplaatst. Tweedehands. Dit instrument zorgde voor de nodige problemen. Regelmatig moest eraan gesleuteld worden. Rond 1800 was de maat vol, maar toch duurde het nog tot 1828 eer opdracht gegeven werd aan de firma Lohman om een geheel nieuw orgel te bouwen. Drie jaar later – dat had te maken met het niet zo vlot betalen van de termijnen – kon het orgel in gebruik genomen worden. Het werd een ‘sieraad’ voor de kerk genoemd, en dat was het ook. Lange tijd ging het goed, er kwam een kleinigheid bij, er werd wat vernieuwd. Vanaf het begin van deze eeuw was het orgel opnieuw zorgenkind van de kerkenraad. Nu, in 1998, is na een grondige restauratie van het orgel door de Gebroeders Reil weer wat het vroeger was: een sieraad voor de kerk, al is het, net als de preekstoel, die uit de 18e eeuw dateert, net wat te fors voor dat kerkje. Maar bij de bouw van het orgel had men nog rekening te houden met zittende kerkgangers beneden en staande kerkgangers (soldaten en dienstmeiden) boven.
Ondernemend.
Van lieverlee veranderden de gemeenteleden van militair naar ondernemer. De burgers die lid waren van de gemeente kregen de overhand. Het werd de tijd van Thieme en Kretschmer, van Wansleven en Volkertsz. Namen die terug te vinden zijn in het zakenleven van Zutphen uit de tweede helft van de 18e eeuw en in de hele 19e eeuw. Daarbij moet dan nog de naam Wöhrmann genoemd worden. Opvallend detail is dat veel vooraanstaande lutheranen zich bezig hielden met het drukkers- en uitgeversvak. Maar ook de wijnhandelaren waren in meerderheid Luthers. Jarenlang werd de kelder onder de kerk verhuurd als wijnkelder. Deze bleek uitstekend geschikt te zijn om wijn in te bewaren.
Het Luthers Hofje.
Typerend voor het midden van de vorige eeuw had ook de Lutherse gemeente wat geregeld voor de armenzorg: een eigen ‘gesticht’ op de Nieuwstad. Het bleek de diakonie voor de wind te gaan, al gauw werd blij gemeld dat men winst maakte! Dat was weliswaar niet de bedoeling van de diakonie, maar doelmatigheid in het beheer van de uit te geven gelden bleek een goede zet. Bovendien was men áf van de bemoeienis van de hervormden met de lutherse armlastigen (men had de armenzorg lange tijd uitbesteed aan de Hervormde Gemeente). Om te voorkomen dat bewoners van het hofje (diep) in het glaasje zouden kijken, werd de ene kroeg na de andere in de onmiddellijke nabijheid van het hofje opgekocht en verbouwd tot woonhuis. Zo ontstond een schil om het oorspronkelijke hofje (uit 1851) en was er sprake van een grote concentratie van bedeling. Zutphen kende in die tijd heel veel ‘vergunninghouders’ en het geestrijk vocht kon in meer dan 100 gelagkamers, of wat daarvoor moest doorgaan, stromen. Op de Nieuwstad werd echter paal en perk gesteld aan deze gewoonte. De Woningwet gooide in de jaren ’20 wat roet in het eten, en latere wijzigingen van die wet deden dat opnieuw. Steeds moesten de kleine woninkjes worden vergroot. In de jaren ’70 werd een groot renovatie- of rehabilitatieplan uitgevoerd. Helaas kelderde de woningmarkt en het voornemen van de kerkenraad om de restauratie te bekostigen door een deel van de woningen te verkopen na restauratie kon niet doorgaan. De aannemer ging failliet en de kerk moest het totale complex verkopen om geen schade te lijden aan dit project.
De kerk nu.
In de Korte Beukerstraat staan een paar winkelpandjes, nog steeds eigendom van de kerk, net als de pastorie elders in de stad. Een dominee woont er niet; alles is verhuurd. De kosterij is intussen omgevormd tot Gemeentecentrum. De kerk telt nog geen 100 leden. Wat naar de kerk komt, de vergrijzing slaat ook hier toe, past ruimschoots in de kerkruimte. Vandaag de dag wordt samengewerkt binnen de Raad van Kerken en er is een voorzichtig begin gemaakt met het proces van Samen-op-Weg met de hervormden en gereformeerden. Wie buitenstaander is moet zich niet te veel voorstellen van deze samenwerking, maar het komt op gang. Lutheranen willen graag hun identiteit behouden.
Dat ligt gevoelig. Maar wat is dat? De loop van de geschiedenis laat zo mooi zien wat Lutheranen in Zutphen zijn: groot in het kleine en een enkele keer klein in het grote, en soms is het weer precies omgekeerd. De kerk in de Beukerstraat is vooral een open kerk, die uitnodigend is bij middagpauzediensten en op zondagmorgen, en wanneer er cursussen zijn, lezingen en zang- en muziekavonden.
Tekst J. Riemens