De Kruittoren is de Noordwestelijke hoektoren in de bakstenen ommuring van de Nieuwstad. Het was de tegenhanger van de Blancketoren die op de Noordoost-hoek van de Nieuwstad te vinden was. Beide torens hadden een vierkant grondplan van 8 bij 8 meter. De meeste muurtorens in Nederland zijn gebouwd in de tijd dat men nog met pijl en boog schoot.
Dat is dan ook waarom de onderlinge afstand tussen de waltorens zo’n 67 meter gemiddeld bedraagt. De naamgeving van de Kruittoren, zoals we hem heden ten dage kennen, is vreemd daar hij, naar we weten uit archeologisch onderzoek, gebouwd is rond 1320, een tijd waarin er nog geen sprake was van buskruit. Het zal dus zeker niet de oorspronkelijke naam zijn geweest van deze hoektoren op de ‘Zandhoek’. De toren was ‘overhoeks’ in de stadsmuur gebouwd om zo vanuit schietgaten ook de muur te kunnen verdedigen. Vierkante torens worden over het algemeen als de oudste verschijningsvorm gezien.
In de Nieuwstad zijn deze vierkante, maar ook de ronde vorm gelijktijdig toegepast tijdens de bouw van de ommuring. De Kruittoren had oorspronkelijk een ‘open keel’. De keel is de zijde van een muurtoren die aan de stadszijde ligt. Zo’n open keel had een duidelijke reden.
Het moest voor de vijand in geval van verovering niet zo zijn dat deze zich daarin kon verschansen. Wel was de keel soms voorzien van een houten schotwerk (zie de situatie aan het Armenhagen). Mocht de toren in vijandelijke handen zijn gevallen, dan kon deze vanuit de stad in brand worden geschoten. Nadat de donderbussen gevoed door buskruit een dusdanige ontwikkeling hadden doorgemaakt dat ze in plaats van psychologische afschrikking, ook daadwerkelijk materiële schade konden veroorzaken werd het nut van de stadsmuren en torens van minder belang. Er werden aarden wallen gebouwd, en in Zutphen gebeurde dat op enige afstand van de bestaande ommuring. De muren vormden een secundaire verdediging die echter niet als dusdanig werd gezien door het stadsbestuur. Zij lieten in 1550 toe er gaten in te hakken om wasvrouwen de gelegenheid te geven de was te doen in de stadsgracht (1).
Poort naar de weergang uit de Kruittoren. De muren werden kort na 1400 verhoogd en voorzien van weergangen.
In het midden van de 16e eeuw werd het door veranderende krijgstechnieken (opkomst vuurgeschut) duidelijk dat de muren en de toren waardeloos werden als stadsverdediging. Dit lijdt ertoe dat in 1558 de keel van de Kruittoren werd dichtgemetseld ten behoeve van de productie en opslag van kruit. (onder de foto gaat de tekst door)
De naam ‘Kruittoren’ wordt vanaf dat moment ingevoerd. De naam is voor tweeërlei uitleg vatbaar.
– Het kan zijn dat men er kruit in bewaarde wat echter lastig zou zijn daar kruit droog dient te worden bewaard en het in de toren toch heel erg vochtig was. De andere mogelijkheid is dat men er kruit samenstelde. Het mengsel van salpeter zwavel houtskool en soms azijn werd bereid met een zogenaamde “kweern”, (queerne)(3). Deze molensteen want dat was het, werd geleverd door het stadsbestuur.
Voordat er sprake was van bereiding in de toren stond er een huisje tegen de toren aan waar men het kruit maakte. Wellicht zijn deze werkzaamheden toen verplaatst naar de toren. Rond 1930 is de toren gerestaureerd (4). Dak en dakrand werden hierbij vernieuwd. Het gebied rondom de Kruittoren is onherkenbaar veranderd, het water is grotendeels verdwenen, er is een spoorlijn dwars doorheen getrokken en tot overmaat van ramp is dit gebied in de tweede wereld oorlog zwaar getroffen door een geallieerd bombardement op 28 september 1944. Op die dag stond op het stationsemplacement een munitietrein, die na voltreffers de lucht inging en een vreselijke schade aan de stationsomgeving toebracht. Nog erger werd de situatie na een verkeerd geplaatst bombardement op 14 oktober rond 4 uur ’s middags. Het doel was de IJsselbrug die wel werd beschadigd, maar de meeste van de 60 bommen kwamen terecht op woonhuizen in het stadsdeel van de IJsselkade tot de Overwelving. De Kruittoren heeft jarenlang dienst gedaan als museum voor tinnen soldaatjes.
Momenteel bevindt zich hier het atelier/expositieruimte ‘de Houthouwerij’ van Marco Mout.
Bronvermelding:
Tijdschrift voor de historie van Zutphen en omgeving jaargang 2004-3 blz.72,
“De Kruittoren” door Constant Willems.
(1) H.Janse en Th. van Straalen. Stadswallen en stadspoorten. (2000) blz.11 en 23
(2) Ronald Stenvert e.a. monumenten in Gelderland, afl. Gelderland (1999) blz. 361
(3) Leo Heitling en Willy H. Lensen. Stad in de Middeleeuwen. (1983) blz. 16
(4) Ter Kuile. monumenten van de Geschiedenis en kunst, het Kwartier van Zutphen. (1958)