In de middeleeuwen: Kommersteghe of Blindensthege [1406]. In het straatje stond een huisje voor blinden, die soms ook wel in het Oude Gasthuis op de Zaadmarkt zijn opgevangen. Het blindenhuis heette ook Huis van de armen in ’t Broeck. Dit huis viel weer onder de pastoor van de Nieuwstad.

Die had ook het archief van de Vergadering van de Armen. De blinden kregen een stasdspont per jaar uit de hof van hun buurman Johan van der Capellen. Het geringe bezit van dit kleine armenhuis is in de tijd van de Republiek in handen van de rooms-katholieke gemeenschap gebleven onder de dekmantel van privébezit. Het omvatte naast enige huisjes op de Nieuwestad het erf Huernick in Eefde, nu nog onder dezelfde naam, pal links van de spoorlijn naar Deventer.

      Aan de Kommersteeg grensden verder de tuinen van de jofferen in Adamanshuis en de Jofferen in het Oude Convent [Oude Wand/Armenhage]. Aan de oostkant lag de hoornmarkt voor rundvee en geiten, met de slachtplaats. De Komsteeg was daarom duidelijk een verbindingssteeg.

Vergelijkbare berichten