IJsselbruggen
Doel van het bombardement op 14 oktober 1944 was de IJsselbrug. De geallieerden wilden voorkomen dat de Duitsers de brug voor transporten zouden gebruiken. De brug werd gemist, maar de bommen vielen op de noord-westelijke binnenstad. Met als gevolg zo'n honderd doden en enorme verwoestingen.
Het was trouwens niet de eerste keer dat de IJsselbrug doelwit was. Al op 10 mei 1940 werd de oude brug opgeblazen om een Duitse opmars te verhinderen. Een jaar lang moest men met een pontje de IJssel oversteken en stapten treinreizigers uit op halte 'Post Hoven', totdat in mei 1941 een spoorbrug uit Zaltbommel en een boogbrug uit Breukelen werden geplaatst. Deze bruggen bleven in 1944 overeind, maar werden tijdens de bevrijdingsgevechten in 1945 alsnog door de Duitsers opgeblazen. De huidige bruggen dateren van 1946 en 1950.
Voorheen waren er vier eerdere bruggen over de IJssel bij Zutphen: een middeleeuwse houten brug, een schipbrug uit 1604, een hulpbrug uit 1855 en de eerste grote (spoor)brug uit 1865. De huidige brug is de zevende in de geschiedenis.
> >
Dodenherdenking 1951 met Koningin Wilhelmina
Op de avond van 4 mei worden weer de dodenherdenkingen gehouden. Op die avond trekt in Zutphen opnieuw een lange stoet mensen van de Burgerzaal naar de Rozengracht.
Door A.C.H. ter Hoek
De eerste dodenherdenking voor de slachtoffers van de Tweede Wereld oorlog was op 10 mei 1945 en werd gehouden bij het monument van de in Zutphen, op 10 mei 1940, gesneuvelde Nederlandse soldaten op de Oude Algemene Begraafplaats aan de Warneveldse weg. Onder zeer grote belangstelling werden toen op dat graf de bloemen gelegd. De jaren erna formeerde men op 4 mei de stoet op het 's Gravenhof. Vandaar ging men naar de IJsselkade waar ternagedachtenis aan de daar gefusilleerden een houten kruis was geplaatst. Daar werd een minuut stilte in acht genomen waarna men weer als stoet terugliep naar het 's Gravenhof. Sinds het onthullen van het Zutphens oorlogsmonument aan de Rozengracht op Tweede Paasdag 1950 gaat men daarheen. Vanaf 1951 vertrekt men vanuit de Burgerzaal. Het houten kruis dat op de IJsselkade stond is op de zaterdag voor Pasen 1950 door leden van de voormalige Binnenlandse Strijdkrachten daar weggehaald en begraven bij het Gideon-monument aan de Rozengracht. Het huidige monument aan de IJsselkade herinnert nu aan de gebeurtenissen daar.
Van die traditie, de tocht naar de Rozengracht, is sindsdien één keer afgeweken. De 25e herdenking begon met een openbare samenkomst in de St. Walburgkerk. Daarna liep men via de Lange Hofstraat, Markt en Marspoortstraat naar het monument voor de gefusilleerden aan de IJsselkade. Daar werden enige liederen ten gehore gebracht door diverse Zutphense Koren. De Last Post werd geblazen door een trompetter van de Marechaussee. Daarna werd de vlag die tot dan half stok had gehangen in top gehesen waarna het volkslied gespeeld werd door het muziekkorps van het Leger des Heils. Van dit gebeuren is een mooie film gemaakt. In de jaren daarna ging men steeds weer naar het Gideonbeeld aan de Rozengracht. Ook dit jaar zal naar verwachting weer een grote groep mensen van de Burgerzaal daar weer heen trekken. De laatste jaren via een andere route dan de oorspronkelijke, traditionele route. Daar in dat deel van de stad, dat op 14 oktober 1944 zo zwaar werd getroffen zullen alle gevallenen weer herdacht worden.
Maatregelen voor het geval dat.
Midden jaren dertig wordt in Zutphen een Luchtbeschermingsdienst opgericht. Dat houdt in dat mensen zich beschikbaar stellen om in tijd van oorlog allerlei hulp te verlenen. Na een eerste oefening in 1937 volgt twee jaar later een grote verduisteringsoefening. Het is de bedoeling dat alle lichten in de stad, ook van het spoor, gedoofd worden. De AVRO stuurt een vliegtuig maar die kan de stad niet meer zien. Als oefening moet o.a. de brandweer van de post aan de Paardewal zonder verlichting naar het stationsplein rijden. Het begin en het einde van de oefening wordt aangegeven door het loeien van de sirenes.
In november 1939 krijgen Zutphenaren in de buurt van bruggen de raad om logies te bespreken bij bekenden elders in de stad voor het geval dat de bruggen opgeblazen zullen worden. Dat geldt ook voor de huizen vlak bij de IJssel. Voor de Hoven wordt een evacuatieplan opgesteld omdat daar mogelijk vijandelijk artillerievuur terecht kan komen.
Eind december blijkt dat er voor 2250 mensen onderdak in Klarenbeek geregeld zal worden. De afstand zal, voor zover mogelijk, lopend moeten worden afgelegd. Voor mindervaliden wordt vervoer met paard en wagen geregeld. Men moet voor twee of drie dagen voedsel en eetgerei meenemen, maar ook voldoende dekens en de distributie stamkaarten.
De brandweer krijgt in augustus 1939 twee z.g. tweewielige afneembare babyspuiten. Motor en pomp wegen 125 kg kunnen rijden maar zijn ook door vier personen te dragen.
Alle richtingaanwijzingsborden en plaatsnaamborden moeten eind december 1939 verwijderd worden. Dat geldt ook voor reclameborden op panden met de plaatsnaam en voor de blokposten van de spoorwegen.
De directie van De Geldersche Tramweg Maatschappij krijgt begin mei 1940 opdracht om zoveel mogelijk automaterieel ’s avonds na het beëindigen van de dienst naar de westzijde van IJssel over te brengen, zodat de vijand die niet kan gebruiken.
Geallieerde bommen slaan een gapend gat in het hart van Zutphen
ZUTPHEN - Het is zaterdag 14 oktober, iets voor vier uur 's middags. Anderhalf uur eerder stijgen in Engeland drie squadrons bommenwerpers op die de IJsselbrug in Zutphen moeten bombarderen. Die is strategisch van belang omdat de Duitsers via de brug troepen en materieel naar Arnhem brengen. Maar de bommen missen hun doel en raken het centrum van Zutphen: meer dan honderd mensen komen om en de stad ligt in puin.
Maria Sieders-Eggink is om oktober 1944 elf jaar en samen met haar ouders, broers en zussen woont ze aan het Broederenkerkplein. Even voor vier uur is ze op zolder met haar kleine zusje als ze de vliegtuigen aan ziet komen, wanneer de toestellen steeds meer afstand van elkaar nemen denkt ze eerst dat het een oefening is. Maar dan ziet ze iets uit de vliegtuigen vallen. Ze twijfelt geen moment, grijpt haar zusje en gaat zo snel ze kan naar beneden. Op de overloop liggen de deuren al op de vloer en er klinkt overal een vreselijk gegil.
Lees meer: Geallieerde bommen slaan een gapend gat in het hart van Zutphen
Bevrijdingsfilm deel II
Munitietrein 14 oktober
Twee weken voor het bombardement op Zutphen van 14 oktober 1944 werd er in de ochtend van donderdag 28 september 1944 ook een geallieerd bombardement op Zutphen uitgevoerd. Doelwit was toen een Duitse munitietrein op het spoorwegemplacement. Het doel werd getroffen, maar de ontploffende munitie, waaronder pantsergranaten, beschadigde tientallen huizen, industriegebouwen en de concertzaal Buitensociëteit. De trein stond opgesteld tussen de Overweg en de Industrieweg.
Ruimen oude bommen kost Zutphen bijna negen ton
De gemeente Zutphen denkt een bedrag van maximaal 885.000 euro nodig te hebben voor het financieren van de opsporing en (eventueel) ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Verreweg het grootste deel van het bedrag is nodig voor het verwijderen van NGE's (niet gesprongen explosieven) in de spoorzone van De Mars. Dat daar zoveel explosieven opduiken, is een van de naweeën van het ontploffen van de munitietrein in 1944. Deze stond ter hoogte van het huidige Hanzehalterrein en de AZC-velden. Juist langs dit deel van de spoorlijn moet de nieuwe bedrijfshal van Strukton komen.
> >
Bron De Stentor: 16-02-11
Bevrijdingsfilm deel I
Omzagen Wilhelminaboom en de gevolgen.
In de nacht van 16 op 17 december 1940 wordt de Wilhelminaboom op het ’s Gravenhof door drie burgers en iemand in een Duits uniform omgezaagd.
De volgende dag staat in de Zuphensche Courant een gepeperd stuk onder de kop “Laf”.
Daarin staat ondermeer: “Vannacht is een uiterst laffe daad gepleegd die de meeste Zutphenaren diep heeft gegriefd. In het nachtelijk duister hebben onbekenden den fraaien boom, die al zooveel jaren een sieraad is voor het 's-Gravenhof, op ongeveer 1 1/2 meter boven den beganen grond afgezaagd. Op deze laffe wijze meenen belhamels, het woord belhamel beperkt den leeftijd van deze onvaderlandsche individuen geenszins, blijkbaar uiting te moeten geven aan hun gevoelens. Dergelijke daden zijn geen uiting van kracht maar van uiterste zwakheid. En juist nu, nu ons volk al zijn krachten inspant om zijn zelfstandige plaats in Europa, dat na den oorlog zal ontstaan, te behouden, nu hebben we krachtige mannen nodig en geen lafaards”.
Bevrijding de Hoven
Op 12 april stak het Eerste Canadese Legerkorps met stormboten in de buurt van Gorssel de IJssel over onder de codenaam Operation Canonshot.
Na de overtocht over de IJssel werd er eerst gezorgd dat het bruggenhoofd vast in hun handen kwam. Twee compagnieën van de Seaforths Highlanders of Canada kregen opdracht vanuit het bruggenhoofd zuidwaarts via de Nijenbeek in de richting van de Hoven te trekken. In de buurt van de steenfabriek stootte men op tegenstand. Daar hadden zo'n 24 Duitsers zich verschanst.
In verband met de aanvoer van materiaal naar het front was het van het grootste belang dat er tussen de Hoven en Zutphen een brugverbinding tot stand werd gebracht. Daarom moest de Hoven zo spoedig mogelijk ingenomen worden. De genie was inmiddels gewaarschuwd en moest na de inname direct aan het werk.
Voorwoord.
De teksten zijn geschreven door Jan Kreijenbroek.
Op 14 april 2015 is het 70 jaar geleden dat de Duitse troepen uit de gemeente Zutphen verdreven zijn door voornamelijk Canadese militairen. Op 10 mei van dat zelfde jaar is het 75 jaar geleden dat Duitse soldaten Nederland zijn binnengevallen.Hun eerste doel hier is om de IJsselbrug in Zutphen ongeschonden in handen te krijgen. De grondtroepen worden onderweg opgehouden door versperringen die het Grens Bataljon tussen de grens en de IJssel heeft gemaakt. Deze worden niet verdedigd.
Na de capitulatie volgt een periode van bezetting. Ogenschijnlijk gebeurt er niets bijzonders. Er wordt gewerkt, naar school gegaan, getrouwd, gesport, uitgegaan en er zijn concerten o.a. op de markt door een groot Duits muziekkorps.
Het oorlogsgeweld is weer heel dichtbij als op 28 september 1944 een munitietrein op het emplacement door vliegtuigen aangevallen wordt en ontploft, op 14 oktober 1944 een bombardement bestemd voor de brug de stationsbuurt vernielt en in april 1945 de bevrijding van de gemeente veertien dagen in beslag neemt. Een periode die een groot deel van de bevolking in de kelder of in een andere schuilplaats doorbrengt.
De laatste drie beschreven gebeurtenissen zijn heel veel in de publiciteit geweest. Zonder volledig te kunnen zijn kijken we in de komende maanden in korte stukjes vrijwel alleen terug op allerlei minder bekende zaken.
Foto: Armband van de Luchtbeschermingsdienst. Stedelijke Musea Zutphen
De Bevrijding
Gezien hun stellingbouw verwachtten de Duitsers de vijand uit het westen. Maar die kwamen via Wesel naar de Achterhoek en Liemers. Op 3 april 1945 werd Baak bevrijd. Daarna volgde dan de bevrijding van Zutphen door de Canadese troepen van de 3e Canadese Infanterie Divisie.
Aan een verslag van Oberstleutnant von Prittwitz und Gaffron wordt het volgende ontleend.
“De ingezette Duitse troepen verdedigen zich voortreffelijk en de vijand wint slecht langzaam terrein. De hier ingezette onderdelen van de 361ste en 346ste infanterie divisies trekken, alleen op bevel, terug op reeds ingerichte stellingen. Op grond van de gevaarlijke situatie aan de oostflank wordt de 361ste divisie ingezet op de westoever van de IJssel tussen Doesburg en Zutphen. De reeds in Zutphen ingezette Fallschirm Ausbildungs Bataljon wordt onder commando van de divisie geplaatst.”
Bezetting
De Duitse pontonbrug ligt er maar kort. De gemeente zorgt voor een veerdienst. Omdat de uiterwaarden blank komen te staan wordt een plankier aangelegd naar de pont.
Duitse werklieden leggen een houten brug bij de Laarstraat en noemen die 'Coburgerbrücke'. De andere overgangen krijgen later een noodbrug.
Het Oppercommando van het Duitse bezettingsleger deelt op 15 mei mee dat van nu af aan huizen, kerken, werkplaatsen, fabrieken, winkels, stallen e.d. voortaan gedurende de avond en de nacht lichtdicht afgeschermd moeten worden. Het voorlicht op de fiets mag maar 2x1 cm groot en alleen de bovenste helft van het achterlicht mag zichtbaar zijn
Dan volgt een periode van bezetting. Duitse militairen zijn ondergebracht in de kazernes en scholen. Regelmatig krijgt de burgemeester opdracht om militairen en wagens in de stad onder te brengen. Ze worden vaak ingekwartierd bij burgers. De eerste Zutphensche Courant verschijnt weer op 14 mei. Daarin staat dat de Wijnhuistoren nu de Duitse zomertijd aangeeft een verschil van 1 uur en 40 minuten. Eind mei kunnen de distributie bonboekjes afgehaald worden want brood, schoenen en textiel zijn van nu af alleen te krijgen in een bepaalde hoeveelheid met distributiebonnen. Eind mei komt het telefoonverkeer weer langzaam op gang evenals de busverbindingen. De bruggen over het Twentekanaal zijn niet opgeblazen en de tramverbinding met Deventer wordt in juli hervat. Ogenschijnlijk herneemt het gewone leven zijn gang.
Kinderen uit de door de oorlog getroffen gebieden kunnen twee maanden op vakantie naar de Ostmark ( Oostenrijk) Zeven en twintig Zutphense kinderen geven zich op, zes worden er uitgekozen. In oktober richt de Rijkscommissaris 'De winterhulp' op ter ondersteuning van behoeftige staatsburgers, ook gaat de Walburgkerk dicht vanwege brandstofgebrek en mag vanaf 31 oktober 1940 niemand meer de straat op tussen 24.00 een 4.00 uur. Uitgezonderd mensen van brandweer, politie, luchtbescherming bij luchtalarm.
Met ingang van 1 september 1941 wordt het werk van de gemeenteraad opgeschort. De taak van raad en college wordt door de burgemeester overgenomen. Wethouders worden belast met de voorbereiding van de voorstellen.
Fatale 'Overshoot' door Niek Megens
Spoorbrug bij Zutfen getroffen meldt De Vliegende Hollander op 20 oktober 1944. Deze krant, uitgegeven door de geallieerde luchtmacht, drukte bij het bericht een foto af van de IJsselbrug gehuld in een enorme stofwolk. Wie niet beter weet, zou inderdaad denken dat de brug getroffen is. Niets is minder waar natuurlijk. Niet de brug werd verwoest, maar veel gebouwen net achter de brug. Vandaar ook de rookpluimen en stofwolken. Immers, wanneer alleen het midden van de brug was geraakt dan zou dat veel minder stof doen opwaaien, letterlijk.
Kapotte brugdelen zouden in de IJssel zijn gezakt. „Er is hier sprake van een zogeheten overshoot”, zegt luchtmachtdeskundige G.J. Zwanenburg. „Bij een overshoot vallen de bommen achter het te bombarderen object. De schutter heeft dan net te laat afgedrukt. Dat is secondenwerk.” Het tegenovergestelde van een overshoot is een under shoot. Daarvan spreken we als de bommen voor het doel vallen. „Maar daarvan was in Zutphen geen sprake”, weet Zwanenburg.
10 mei
Politiemensen adviseren op 10 mei rond 5 uur ‘s morgens de mensen in de Hoven om te vertrekken. Omstreeks negen uur is iedereen in Klarenbeek. De meesten keren op de 13e terug maar niet iedereen vindt zijn huis in dezelfde staat terug. Er zijn nog al wat huizen vernield door oorlogshandelingen en hier en daar is zelfs geplunderd.
Veel mensen in de stad schrikken wakker als de spoor- en verkeersbrug opgeblazen worden. Dan is het duidelijk: het is oorlog. De mensen van het grensbataljon trekken zich terug op de stad, vernielen de drie bruggen over de hoofdgracht, rijden hun auto’s op het Hoornwerk de IJssel in en gaan per boot naar de Hoven. Eén terugtrekkende groep loopt vast op de Deventerweg. De munitie wordt er uit gehaald en de wagen in brand gestoken. Ze gaan via het emplacement richting Gasfabriekhaven maar stuiten op Duitse militairen.
De Duitsers besluiten dat het bruggenhoofd in Zutphen door de Schnelle Gruppe Mitte van de S.S. gevormd moet worden. In de buurt van nu het nieuwe Bornhof gaat artillerie in stelling. Maar dat heeft weinig effect op de bunkers. Pas na de inzet van een Panzer Jäger compagnie voor het schieten op de schietgaten van de bunkers lukt het voet aan de grond te krijgen in de Hoven.
Het Bombardement
Op die veertiende oktober 1944 stegen drie squadrons vliegtuigen op om vanuit Engeland een aanval uit te voeren op de IJsselbrug in Zutphen met als doel de vernietiging van de brug. Een poging die bijna volledig mislukte.
Want de bommen kwamen in een groot gebied terecht zoals o.a op de
Havenstraat, de IJsselkade, de Stationsstraat, het Stationsplein, de Rozengracht, de Apenstert, het Broederenkerkplein, de Berkelkade, de Barlheze, de Spiegelstraat en de Waterstraat en er kwam zelfs nog een bom, die niet ontplofte, terecht op een pand in de Kuiperstraat. Een groot gebied waarin de sporen daarvan nog steeds zichtbaar zijn.
Heel veel mensen die op het ogenblik van de aanval in de stad waren kunnen u nu nog precies vertellen waar ze op dat moment waren en wat ze deden. Het heeft bij iedereen die het van dichtbij heeft meegemaakt een diepe indruk nagelaten.
Bijna een kwartier lang hoorde je vrijwel niets anders dan het gegier van vallende bommen en de ontploffingen en voelde je de luchtdruk. Het leek eindeloos te duren. Toen werd het plotseling stil, je ging naar buiten en zag dat de hele omgeving veranderd was in een puinhoop. Huizen verwoest, een alles doordringende lucht van stof en mensen die radeloos op zoek waren naar familie en bekenden.
Mensen die als vrijwilliger dienst deden bij de Luchtbeschermingsdienst, de Technische Noodhulp en het Rode Kruis probeerden samen met brandweer en politie om de mensen onder het puin vandaan te krijgen, de soms zeer zwaar gewonden eerste hulp te verlenen en de vaak erg verminkte doden te bergen en te identificeren. Veel van deze hulpverleners, gewone burgers, maakten situaties mee en zagen dingen die ze nooit meer vergeten hebben en die ze omdat er geen hulpverleningsinstanties waren zelf zo goed en kwaad als dat ging hebben moeten verwerken.
De slachtoffers werden na een dienst in de Walburgkerk onder zeer grote belangstelling op de begraafplaats aan de Warnsveldseweg begraven. Op 4 mei 1946 werd daar een monument onthuld. Samen met de in mei 2006 onthulde plaquette bij de Broederenkerk worden de herinneringen aan die 14e oktober 1944 zo levend gehouden.
Militaire maatregelen.
Op 7 mei 1940 worden de verloven weer ingetrokken, de kazematten bezet en de springladingen onder de bruggen aangebracht en de IJsselbrug gesloten verklaard van zonsondergang tot 6.30 uur. In Zutphen is het 1-35 regiment infanterie en een bataljon van het grensbataljon gelegerd. Het is een doorn in het oog van de militairen dat het verzoek van de Territoriaal bevelhebber om in het grensgebied de staat van beleg af te kondigen niet gehonoreerd wordt. Zo kunnen Duitse militairen ongehinderd de Nederlandse stellingen in kaart brengen en kunnen Duitse sympathisanten ongehinderd 'orders gaan halen'.
Naast de militairen zijn er ook vrijwilligers in militaire uniformen paraat. Het is luchtwachtdienst die in Zutphen vanaf het dak van Reesink en vanuit een post bij de steenoven aan de Vliegendijk vliegbewegingen van Duitse toestellen per telefoon doorgeven aan de centrale post in Utrecht.
Op 9 mei krijgt de Duitse bevelhebber van de 227e infanterie divisie tijdens een papieren oefening op een kasteel in het Münsterland het bericht door dat de aanval op Nederland op 10 mei zal zijn. Op het allerlaatste moment wordt er nog een verandering in de sterkte doorgevoerd. De oefening wordt afgebroken en de staf gaat naar het uitgangspunt Emmerik. Vandaar wordt in de nacht van 10 mei de aanval op de Achterhoek ingezet.
Tevens wordt een gepantserde trein voorafgegaan door een Pantserwagen op de rails vanuit Borken via Winterswijk naar Zutphen gestuurd. Omdat de spoorlijn van de regering niet ondermijnd en opgeblazen mag worden kan deze vrijwel ongehinderd doorrijden. De Zutphense IJsselbruggen zijn dan al opgeblazen. De pantserwagen wordt vlak voor de brug door een kanonschot geraakt. De militairen bezetten het emplacement en het station.
Langs de hele grens zijn zenders opgesteld die bij overschrijding een boodschap uitzenden. Degene die een speciale ontvanger hebben kunnen deze berichten horen. Om 3.58 uur meldt de zender Fak Fak in Zevenaar: Hier zender Fak Fak, storm uit het oosten” een teken dat daar de grens overschreden is. De oorlog is begonnen.
Meidagen 1940
De Tweede Wereld Oorlog is niet als een donderslag bij heldere hemel uit de lucht komen vallen. Al midden jaren 30 zag men de bui hangen en werden er op zowel plaatselijk als landelijk niveau voorzorgsmaatregelen getroffen.
Aanvankelijk was het de bedoeling de vijand in de buurt van de grens tegen te houden, later na een commandowisseling werd besloten tussen grens en hier de IJssel versperringen op te richten en de soldaten die deze gelegd hadden terug te trekken over de IJssellinie en die te verdedigen.
Dat is ook gebeurd. De laatste verdedigingsgordel in Zutphen voor de IJssel waren de Deventerwegbrug, De Larebrug en de Spittaalstraatbrug.
De spoor- en verkeersbrug over de IJssel worden die morgen al rond 5.30 uur opgeblazen. Kort daarvoor was de bevolking van de Hoven en de mensen die in de buurt van bruggen wonen gevraagd te gaan evacueren. Voor de Hoven is daarvoor een plan gemaakt. De mensen gingen, meestal lopend naar Klarenbeek waar voor onderdak was gezorgd.