Oudheid
De omgeving van Zutphen is al vanaf 13.000 voor Chr. bewoond. De oudste menselijke aanwezigheid betrof jagers-verzamelaars in de late Oude Steentijd en Midden-Steentijd. Diverse kampplaatsen, klein en groot, zijn bij opgravingen in de buitenwijken gevonden.
Vikingaanvallen
In de late 9e eeuw werd Zutphen verwoest bij vikingaanvallen, waarna aan het einde van die eeuw een ronde ringwal werd opgericht met drie grachten eromheen: een 20 meter brede U-vormige gracht, een spitse smalle gracht erbuiten en op 11 meter hIer buiten een derde V-vormige gracht, deze laatste 5 meter breed en 2 meter diep.
Ringburgwal
In de late 9e eeuw werd Zutphen verwoest bij Vikingaanvallen, waarna aan het einde van die eeuw een ronde ringwal werd opgericht met een 20 meter brede U-vormige gracht.
Naam Zutphen
De naam Sutphen komt voor het eerst voor in oorkonden van abdij Corvei aan de Weser waar inkomsten met hierin de naam Zutphen (Sutphen), worden vermeld.
Stadsrechten
Aangezien Zutphen op een hoger gelegen gebied tussen IJssel en Berkel lag, was het een goede vestigingsplaats waar de graven van Zutphen hun verblijfplaats hadden gebouwd.
De Nieuwe Nederzetting
Graaf Hendrik I van Gelre en Zutphen (1138-1181) liet een nieuwe nederzetting van handelaren en ambachtslui buiten de ringwalburg van een eigen omwalling voorzien. De wal bevatte twee tufstenen poorten en zeven of acht tufstenen torens.
Pestepidemie
Tijdens de pestepidemie in 1349 werden alle Joodse inwoners van Zutphen, alsmede van de andere steden aan de IJssel vermoord. Men geloofde dat de Joden achter de epidemie zaten; zij zouden het water hebben vergiftigd.
Hanzestad
Deze locatie lag goed op de kaart bij de kooplieden, en Zutphen groeide snel en werd een van de Hanzesteden. Tussen 1191 en 1196 kreeg Zutphen stadsrechten toegewezen door graaf Otto van Gelre (1181-1207). Veel Gelderse steden (waaronder Arnhem, Doesburg, Doetinchem, Harderwijk, Lochem en Hattem) ontleenden hun later verleende stadsrechten aan die van Zutphen.
Muntrecht
Zutphen heeft gedurende enkele honderden jaren het stedelijke muntrecht gehad, maar actief gemunt is er slechts in vier muntperioden: 1478-1480, 1582-1583, 1604-1605 en 1687-1692.
Het Beleg van Zutphen
Het Beleg van Zutphen is een belegering van de stad Zutphen door Staatse troepen onder leiding van Maurits van Nassau, tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Aanloop naar het beleg.
Zutphen was een Hanzestad aan de oostoever van rivier de IJssel. Op de westoever van de IJssel lag nog een grote, sterke schans. Het had een roerige periode achter de rug. In het jaar 1572 werd de stad eerst veroverd door Staatse troepen onder leiding van Willem IV van den Bergh, waarna de stad later werd heroverd door de Spanjaarden onder leiding van Don Frederik, en de bevolking werd gestraft voor de overgave eerder dat jaar.
Bloedbad van Zutphen
Het Bloedbad van Zutphen of de Aanslag op Zutphen is een historische gebeurtenis die plaats vond op 15 november 1572 in het Gelderse Zutphen aan het begin van de Nederlandse Opstand.
Aanloop
Op 1 april 1572 werd Brielle door de Geuzen veroverd. Dit wordt algemeen gezien als het eigenlijke begin van de opstand tegen Filips II.
Lunetten en Bolwerken
In 1591 werd de stad heroverd, met het noordelijk deel van het voormalig Hertogdom Gelre door Prins Maurits, het zuidelijk deel, waaronder Roermond en Venlo vervielen tot de Zuidelijke Nederlanden.
Neergang 15e eeuw.
Over de oorzaken van de achter-uitgang die Zutphen sinds het begin van de vijftiende eeuw doormaakte, zijn verschillende suggesties in omloop. Vermoedelijk moeten we het zoeken in een samenloop van ongunstige omstandigheden.
De 80-jarige oorlog
Na de Middeleeuwen
Na de Middeleeuwen had Zutphen grote moeite om zich te handhaven als handelsstad. Toen de handel zich verschoof naar het westen (Holland), vergat Zutphen om compensatie voor dit verlies te zoeken in de achterlanden.
Na de eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog raakte Zutphen achterop bij de rest van Nederland. Terwijl de bevolking in Nederland steeg met 98%, steeg deze in Zutphen in de periode tussen 1900 en 1947 maar met 24%. Ondanks de lage groei was Zutphen wel dichtbevolkt, 1.700 inwoners per 100 hectare, tegen bijvoorbeeld Doetinchem 347 en Winterswijk 141.
Wereldoorlog II
Na de Eerste Wereldoorlog raakte Zutphen achterop bij de rest van Nederland. Terwijl de bevolking in Nederland steeg met 98% steeg deze in Zutphen maar met 24% in de periode tussen 1900 en 1947. Ondanks de lage groei was Zutphen wel dichtbevolkt, 1.700 inwoners per 100 hectare, tegen bijvoorbeeld Doetinchem 347 en Winterswijk 141.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog, tussen 1940 en 1984, groeide de Zutphense bevolking met 47% van 21.553 naar 31.683. Vergeleken met Nederland was dit opnieuw een kleinere stijging, de totale bevolking groeide namelijk met 61%. Wel kreeg Zutphen meer mogelijkheden, dit kwam door annexaties ten koste van Gorssel en Warnsveld, en ook door de dichting van de Baakse Overlaat, waardoor het grondgebied beter bruikbaar werd. De Zutphense economie kon pas na 1950 weer redelijk op gang komen. Op 26 maart 1950 werd namelijk de nieuwe spoorbrug over de IJssel ingelegd. Vanaf toen was het kijken naar de toekomst begonnen. De bestuurders van Zutphen verwachtten in 1960 dat het inwonersaantal van Zutphen door zou groeien naar 40.000 tot 50.000 in 2000. Om al deze mensen plek te bieden was uitbreiding nodig. Hulp kwam onverwacht: Gedeputeerde Staten kondigden op 20 december 1965 aan dat binnen twee jaar de gehele gemeenten Gorssel en Warnsveld bij Zutphen gevoegd zouden worden. Niet alleen Zutphen was verrast door dit nieuws, ook Warnsveld en Gorssel waren onaangenaam verrast. Op 25 april 1966 vergaderden de raden van Zutphen, Gorssel en Warnsveld tegelijkertijd over de kwestie.