Hallerstraat of Hallenstraat [Halterstraat op de Nieuwstad]: De term Nieuwstad voor de wijk werd voor zover bekend het eerst gebruikt in 1232 toen de heer van Bronkhorst de tienden van de weerden langs de IJssel pachtte tot aan de Nieuwstad.

De naam Hallerstraat zou kunnen verwijzen naar Halle bij Eerbeek, maar vermoedelijk eerder naar een koopmansfamilie Hallen die oorspronkelijk afkomstig was uit Keulen maar ook in Zutphen is neergestreken. De naam Halrestraat werd in 1350 vermeld als Platea dicta Halrestrate, straat genoemd Halrestraat. Wijlen Johan van Halle werd in 1373 in Zutphen genoemd in de papieren van het Bornhof als iemand die daar grondbezit had en er waren processen voor het veemgericht van Van Hallen uit Keulen tegen de stad Zutphen.

Dergelijke processen gingen vaak om erfenissen. Een rijksveemgericht wed ingeschakeld als men zijn [vemreende] recht niet kon krijgen. In de vijftiende eeuwe woonde er nog een Ten Hallen tussen de elite bij de broederenkerk en in 1493 een Bernt ten Hallen in de Beukerstraat.

      Het huis op de hoek van de Halterstraat bij de Nieuwstad [ZZ] heette in de middeleeuwen het Leyendak. Dat was toen chic en iets bijzonders. Het was van een familie Noordinck uit Wichmond, kerspel Brummen die daar van vader op zoon als schout optraden.

      Er waren vier complexen met armenhuisjes in de Haltestraat van de families Van Voorst [priester in de Nieuwstadskerk], Banninck [naast ‘Flodorf], Van Keppel [tegenover ‘Flodorf’] en van de Sunt Antonis Broederschap op de Nieuwstad.

      Op de hoek met de Dieserstraat ZW-zijde woonde na 1450 een eeuw lang de schepenfamilie Huernick [later huis Flodorf]. Na de Huernicks kwam er Maurits Ripperda, zoon van Heer Onno van Ripperda, proost van Farnsum [bij Delfzijl]. Maurits trouwde met een meisje van Vorden/Hackfort. Hoe kwam de Groninger Ripperda in Zutphen? Hertog Karel van Gelre was enige tijd [1512-1532] Heer van Groningen, Friesland, Coevorden, Twente en Salland. Zijn stadhouder daar was soms Berend van Hackfort. De Ripperda’s hebben kennelijk de gelderse kant gekozen.

Maurits trouwde het nichtje van Berend van Hackfrort, erfvrouwe van Vorden, dochter van diens broer ritmeyster Hendrik van [kasteel] Vorden en de Wiersse. Toen Groningen, Friesland etc. in 1532 ook genoeg hadden van Karel van Egmond en de kant van Karel V kozen moest Ripperda daar weg.

      Ripperda begon in de Halterstraat met verbouwen en aankoop van hoven achter het huis tot aan de Beekstraat. [Daardoor was er later plaats voor de synagoge en daardoor hd de pettenfabriek van Krukziener tot 1942 naast ‘Flodorf’ een ruimte die helemaal doorliep tot aan de Beekstraat]. De familie Van Hackfort had tegenover het huis in de middeleeuwen ook al een hof.

Vergelijkbare berichten