Op de plaats waar we nu dit grote pand zien stonden rond 1485 twee kleinere huizen. De stadmuur erachter liep nog vrij. Het westelijke pand werd bewoond door Wilhelmus die Coster X Jutte. In het oostelijke deel woonde Henneken des Veeren, Henneken stamde uit een familie van veermannen. Vermoedelijk waren beide families ook eigenaar van de panden.
De familie Des Veren beheerden als veermeesters het veer dat net buiten de Vispoort lag, het veer dat hier de IJssel overstak. Melkmeisjes die de koeien in de stadsweiden op het Helbergen gingen melken werden er overgezet. Maar ook het landverkeer maakte gebruik van het veer. Eerder vertrok het veer vanaf de Veerpoort, een poort die in 1457 werd opgeofferd voor de bouw van de Bourgonjetoren. In 1595 blijken de beide huizen de 8o-jarige oorlog niet te hebben overleefd. Het nieuwe pand werd in 1610 vergroot en uitgebouwd tot aan de achterliggende 14e eeuwse stadsmuur, die nog altijd als achtergevel dient.
Omdat de Spaanse dreiging nog steeds niet was verdwenen was de bewoner van het nieuwe pand Die Schuyt verplicht om de weergang die bovenop de stadsmuur lag, voor de verdedigende soldaten intact en toegangkelijk te houden. Deze weergang is hedentendage nog steeds aanwezig.
Huis ‘Die Schuyt , waarvan de naam dus verwijst naar de veerschuit.
Dit mooi gerenoveerde historisch pand, ligt tegen het centrum van Zutphen en bevat tegenwoordig een B&B met voldoende privacy.
Bron: oa Zutphen1485