De naam Sutphen komt voor het eerst voor in oorkonden van abdij Corvei aan de Weser waar inkomsten met hierin de naam Zutphen (Sutphen), worden vermeld.
“Daartoe behoren onder meer goederen gelegen in Sutphen, in de gouw Hamaland”.
In 1101 wordt voor het eerst een Graaf van Zutphen genoemd:
Otto van Zutphen, die bij zijn overlijden in 1113 de bijnaam ‘de Rijke’ had. Zijn ene zoon Hendrik (I) volgde hem op maar overleed rond 1120 kinderloos.
Aangezien de andere zoon, Diederik, sinds 1118 bisschop van Münster was, ging de opvolging via Otto’s dochter Ermgard vermoedelijk over op haar echtgenoot Gerard van Gelre, zoon van graaf Gerard II ‘de Lange’ van Gelre. Gerard junior overleed in 1134, drie jaar voor zijn vader.
In Zutphen volgde toen Hendrik (II), de zoon van Gerard junior en Ermgard van Zutphen op, die in 1137, toen zijn grootvader Gerard ‘de Lange’ stierf, ook in Gelre opvolgde.
Zo raakte het Graafschap Zutphen voorgoed verbonden met het Graafschap Gelre, dat in 1339 een hertogdom werd. Die twee-eenheid trad als soeverein gewest in 1579 toe tot de Unie van Utrecht, waar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontstond.
De naam Zutphen is ontstaan uit Zuid-venne, een rivierduinencomplex te midden van drassige weidegronden.