Zutphense handel:
Men kon hier met name terecht voor hout, via de Berkel aangevoerd, haring en zout maar ook wijn. Die wijnspecialiteit heeft Zutphen eeuwenlang behouden. In de middeleeuwse wijnkelders werden eeuwenlang goede wijnoogsten bewaard. Keulse wijnhandelaren kwamen in Zutphen wijn kopen na een mislukte wijnoogst in 1437. Ook molenstenen waren een Zutphense specialiteit. Vooral de familie Asse, (Assenhuys Beukerstraat) handelde hierin.

Assenhuys van de familie Asse

Een nieuwe handelslocatie:
“Koning Waldemar Attendag opende in 1346, tijdens een periode van politieke onrust in het Deense koninkrijk, een nieuwe handelslocatie op de westoever van de Sont. Dat was in de bovengenoemde plaats Dragør. Diverse Hanzesteden, waaronder Zutphen, werden uitgenodigd om ook hier een vitte te vestigen. De originele koningsbrieven worden in ons stadsarchief bewaard en zijn te zien in het Stedelijk Museum. Ook in Kopenhagen zelf (‘Hafnis’) mochten Zutphenaren zich vestigen.

Kolonies:
Minder bekend zijn de laatmiddeleeuwse kolonies aan de Oostzee, op het schiereiland Schonen in het zuidwesten van het huidige Zweden. De helft van deze aanvankelijk seizoensgebonden nederzettingen werd bevolkt door handelaren uit het tegenwoordige Nederland.

Schonen:
Destijds onder Deens gezag, was in de late middeleeuwen één van de belangrijkste handelscentra van Noord-Europa. Ieder haringseizoen trok het grote aantallen vissers maar ook handelaren aan. Deze handelaren, die voornamelijk afkomstig waren uit Hanzesteden, hadden per streek of stad achter het strand van Schonen elk hun eigen, juridisch autonome handelsnederzettingen, de zogenaamde vitten.
Van de in totaal ongeveer dertig vitten van Hanzesteden op Schonen was de helft van de zogenoemde Zuiderzeesteden, een eigentijdse aanduiding waarmee niet alleen steden gelegen aan de Zuiderzee maar alle in het tegenwoordige Nederland gelegen Hanzesteden worden bedoeld, dus ook steden als Brielle en Zierikzee.
De oudste ‘Nederlandse’ vitten zijn die van Doesburg, Harderwijk, Nijmegen en Zutphen.
Zij kregen in 1302 het privilege van de Deense koning om een vitte in te richten.

Zutphense Vitte op Skanör

Skåne:

Al ruim voor 1300 waren Zutphense kooplieden actief in de Sont. In 1302 dienden diverse steden, waaronder Zutphen, een klacht in bij de Deense koning vanwege de schending van rechten die de steden daar al geruime tijd bezaten. Met name aan de Zweedse kant van de Sont (toen Deens grondgebied) op het schiereiland Skåne (Nederlands: Schonen) hadden veel Nederlandse en Duitse handelssteden eigen handelsposten, zogenaamde ‘vitten’, onder bescherming van de Deense koning. De handelaren die erheen voeren werden dan ook ‘Schonenvaarders’ genoemd. In 1316 bevestigde koning Erik Menved de rechten van de Zutphenaren in hun vitte.

Haring

De Zutphense kooplieden kochten in de Sont vooral haring in. De vis werd vervolgens verkocht in Vlaanderen en het Rijnland. Maar verder werden allerhande producten uit het Oostzeegebied verhandeld. De Zutphense schippers kwamen in de Sont aan met goederen uit vooral het Rijnland maar wijn was veruit het belangrijkste handelsproduct dat in de Sont gretig aftrek vond. Immers ook in Scandinavië werd door de elite graag wijn gedronken en werd wijn gebruikt in de christelijke eredienst. Zutphen werd mede door de ‘Schonenvaart’ steenrijk.

Bergenvaarders:

Bergen is een bijzonder rijke stad waar zoveel stokvis (gedroogde kabeljouw), is dat deze ontelbaar is. Alle nationaliteiten komen hier aangezeild. De zogenaamde ‘Bergenvaarders’ haalden stokvis, traan pelzen en zwavel, nodig om kruit van te maken. De Bergenvaarders waren binnen de Hanze een genootschap dat al eerder bestond. Zutphen was hier ook lid van en voerden ook het wapen van het zgn. St. Olaffsgilde. De tochten werden met name gemaakt door jongeren, liefst vrijgezellen. Deze jonge mannen werden wel ontgroend. Het heeft de nodige het leven gekost. De Schipper echter moest juist wel getrouwd zijn en kinderen hebben. Dat zou hem ervan weerhouden om met het schip en de lading er vandoor te gaan. Soms werden ‘Hollandse’ schepen overvallen en de lading geroofd. De bemanning…..ach die werd over boord gegooid.


Hanze:
Voordat er sprake was van Hanze verenigden handelaren zich in een Gilde. Het trouw zijn aan de Hanze was niet vrijwillig maar was vaak gedwongen. Er was geen centrale instantie die regels of richtlijnen oplegde. Steden die lid werden, voeren dan ook meestal een eigen koers. Kooplieden die zich aansloten bij de Hanze ontvingen bescherming en kregen collectief privileges in het buitenland, waaronder belastingvoordelen. De zogenaamde Hanzeprivileges. De Hanze bouwde vuurtorens en leidde loodsen op om hun investeringen in de handel te beschermen. 

IJsselsteden
In het oosten van wat later Nederland zal zijn, floreren handelssteden. Het gaat ze economisch zeer goed en dat terwijl de tegenwoordig grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam nog piepklein zijn. Steden aan de IJssel bloeien dankzij het handelsverbond “De Hanze”. Voor de IJsselsteden was het Hanzelidmaatschap van belang om goed in de Oostzee te kunnen handelen. Kampen echter is heel lang geen Hanzeverbond aangegaan omdat deze stad zelf sterk in haar handel was.

Zutphen

Deze locatie lag goed op de kaart bij de kooplieden, en Zutphen groeide snel en werd een van de Hanzesteden. Tussen 1191 en 1196 kreeg Zutphen stadsrechten toegewezen door graaf Otto van Gelre (1181-1207). Veel Gelderse steden (waaronder Arnhem, Doesburg, Doetinchem, Harderwijk, Lochem en Hattem) ontleenden hun later verleende stadsrechten aan die van Zutphen.

De stad werd ommuurd in de 13e eeuw en uitgebreid met de in de 13e eeuw door de graaf gestichte Nieuwstad. In 1284 en 1336 vonden in Zutphen grote stadsbranden plaats. 
Dit had tot gevolg dat de rijke stad in snel tempo ‘versteende’. Huizen werden met stedelijke subsidies in baksteen gebouwd. 
Vele tientallen huizen dateren nog van kelder tot kap uit de 14e eeuw. Zutphens gouden eeuw was de 14e eeuw. Zutphen werd de hoofdstad van de Graafschap Zutphen. 
De stad nam onder meer deel aan de Oostzeehandel, was vanaf de 13e eeuw lid van de Hanze en had meerdere handelsfactorijen aan de Sont. In de Rijnhandel was de stad zeer actief dankzij diverse tolvrijheden.

LEES MEER OVER ALBERT VAN DE KORENMARKT ZUTPHENSE HANZEHANDELAAR

Hanzedagen:
Afvaardigingen van deelnemende steden kwamen bijeen om besluiten te nemen. Een eenvoudige meerderheid van stemmen gaf doorslag. Tegen de besluiten was geen hoger beroep mogelijk. Steden waren verplichte een afvaardiging te sturen maar er is nooit een volledig bezette Hanzedag geweest, ondanks een boete die op absentie stond. De laatste Hanzedag werd gehouden in 1669.
Op deze dagen hoorde men waar oogsten waren mislukt om er zo een goede prijs te kunnen bedingen. Men hoorde ook welke oorlogen er waren waardoor routes gevaarlijk waren.

Gewand of laken:
Wand komt van opwinden. Laken een kostbaar product, er waren wel 20 opeenvolgende handelingen nodig om tot een goed sterk laken te komen. Het eindproduct was dan ook onverwoestbaar. Er was strenge controle bij de verkoop en ook werd het ’s nachts bewaakt. In lakenkisten die in de lakenkamer stonden. Deze kamer was te vinden op de eerste etage in het raadhuis, nu de ruimte boven de trouwzaal. Deze beveiliging had uiteraard mede met accijnzen te maken.

Isaac Claesz. van Swanenburg, Het wassen van de vachten en het sorteren van de wol 1607 of 1612
Lakenlood gevonden in Zutphen

Bloeitijd:

De aansluiting van Zutphen bij de Duitse Hanze beschouwt men nog steeds als een hoogtepunt terwijl eigenlijk het tegenovergestelde waar is. De bloeitijd van Zutphen kan geplaatst worden in de 13e en 14e eeuw. De onafhankelijkheid van Zutphen van de Duitse Hanze in deze twee eeuwen was juist een teken van voorspoed. Tekenend is dat late 14e en 15e eeuw het in de samenstelling van het stadsbestuur de landadel steeds meer plaats inneemt als die van de Hanze kooplui.

Conflicten:

Hollanders namen de vaart op Engeland over. Terwijl vanaf de 13e eeuw, de Zutphense scheepvaart op Engeland heel erg levendig was.
Tussen de Hollanders en de Gelderse waren ook conflicten. De hertog van Gelre Contra de hertog van Bourgondië. Voor Zutphen had dit grote gevolgen de geweldige groei in de 13e en de 14e stagneerde. De tweede helft van de 14e eeuw nam het aantal nieuwe burgers van Zutphen sterk af. De oostelijke stads uitbreiding het gebied tussen Spitaal- en Laarstraat mislukte volkomen. Nog eind 14e eeuw worden er versterkingen aangelegd, de Spitaalpoort en de Laarpoort, maar de wijk bleef tot eind 19e eeuw grotendeels braak liggen.

Handelsoorlog:

In 1368 had de koning van Denemarken de Sont afgesloten.
Hij eiste meer tolgeld. Hierdoor konden de koggeboten niet meer van de Noordzee naar de Oostzee. Dat vonden de Hanzesteden niet leuk. Ze probeerden de koning te overtuigen dat hogere tolgelden slecht voor de handel en dus voor de koning zouden zijn. Maar koning Waldemar dacht daar anders over en sloot de Sont af. De Hanzesteden stuurden daarop schepen met soldaten naar Denemarken. Na een korte oorlog werd koning Waldemar tot de orde geroepen. Hij moest de Sont openen en het tolgeld verlagen. Als straf verloor hij Zuid-Jutland en verkregen de Hanzesteden veel exclusieve handelsrechten in Denemarken.

Straatnamen

“In het begin van de twintigste eeuw stelde een lokale postbode met grote interesse in de geschiedenis voor om dat handelsverleden van Dragør te uiten in de straatnaamgeving. En zo kregen drie straten de naam van onze IJsselsteden, ongeveer op de plek waar in de middeleeuwen de vitten van die steden lagen.
Uitgaande van de eerste vermeldingen in de bronnen, blijkt dat de Gelderse steden Doesburg, Harderwijk, Nijmegen en Zutphen, en de Overstichtse stad Kampen gemiddeld een halve eeuw eerder een vitte op Schonen hadden dan de Hollandse en Zeeuwse steden en het Brabantse Den Bosch. Deze Hanzesteden aan de oostzijde van de Zuiderzee stelden hun eigen voogden aan.



Bronnen:
https://www.leidenmedievalistsblog.nl/articles/zuiderzeesteden-aan-de-oostzee-vitten-en-voogden-op-schonen
https://erfgoedcentrumzutphen.nl/ontdekken/ontdek/erfgoed-van-de-week/905-de-zutphense-handelsvitten-aan-de-sont
De Geschiedenis van de Hanze, bloeitijd langs de IJssel
Leo Lenssen en Willy H. Heitling
ISBN: 90-72047-09-5

Vergelijkbare berichten