De Bevrijding
Gezien hun stellingbouw verwachtten de Duitsers de vijand uit het westen. Maar die kwamen via Wesel naar de Achterhoek en Liemers. Op 3 april 1945 werd Baak bevrijd. Daarna volgde dan de bevrijding van Zutphen door de Canadese troepen van de 3e Canadese Infanterie Divisie.
Aan een verslag van Oberstleutnant von Prittwitz und Gaffron wordt het volgende ontleend.
“De ingezette Duitse troepen verdedigen zich voortreffelijk en de vijand wint slecht langzaam terrein. De hier ingezette onderdelen van de 361ste en 346ste infanterie divisies trekken, alleen op bevel, terug op reeds ingerichte stellingen. Op grond van de gevaarlijke situatie aan de oostflank wordt de 361ste divisie ingezet op de westoever van de IJssel tussen Doesburg en Zutphen. De reeds in Zutphen ingezette Fallschirm Ausbildungs Bataljon wordt onder commando van de divisie geplaatst.”
In de nacht van 2 op 3 april werd de stad bijna onophoudelijk met granaten bestookt. In de verte was mitrailleurvuur te horen. Maar de Duitsers maakten geen aanstalten om te vertrekken.
De volgenden dag zag een bewoner van de Nieuwstad ziet dat Duitsers het leegstaande huis op no. 71 binnengingen. Daar nestelden zij zich ondermeer in de kelder. Kisten vol munitie werden naar binnen gebracht. Op diverse andere plaatsen werden ook huizen ontruimd voor het maken van mitrailleurnesten. Ook worden toegangswegen afgesloten en bruggen opgeblazen.
In de nacht van 4 op 5 april slaapt bijna iedereen in de kelder. Het granaatvuur is niet van de lucht. De Canadezen in Leesten melden omstreeks 11.00 uur dat zo’n 14 Duitsers zich stevig verschansd hebben in de Ooyerhoek. Omstreeks half vijf werd gemeld dat een patrouille tot voorbij de molen wass geweest en dat ze onderweg zo’n 35 dode Duitsers hadden aangetroffen.
Omstreeks 19.00 ging een patrouille scherpschutters de Ooyerhoek in. De Duitsers hadden zware verliezen geleden en waren bezig zich terug te trekken.
Het regiment la Chaudiere kreeg de opdracht de stad zelf te bevrijden. Een stad die goed beschermd wordt door een net van waterwegen. De troepen die in Warnsveld waren werden door Duitse scherpschutters, die zich ingegraven hadden op de Zutphense begraafplaatsen, beschoten.
Omstreeks het middaguur ontmoeten twee Canadese regimenten elkaar bij tussen Leestense molen en de Ooyerhoek. Omdat de Duitsers zich daar stevig verschansten probeerden ze gezamenlijk dit gebied te veroveren. Vrijdag 6 april om 5 uur ’s morgens bliezen de Duitsers de Larebrug. Ook de huizen in de buurt raakten zwaar beschadigd. De Duitsers konden zich nualleen nog terug via het zwembadbruggetje, de sluis op de Houtwal en het pad achter het ziekenhuis terugtrekken.
Tegen 4.00 uur ’s morgens gaan twee compagnieën Chauds op weg naar het Deventerwegkwartier. Zij moeten dat veroveren. De tegenstand bestond uit fanatieke Hitlerjugend en Nederlands S.S.’ers. Zij verschansten zich in kelders en hoger gelegen etages van de huizen. De ziekendragers moeten de gewonden door een zee van vuur afvoeren.
In de nacht van vrijdag op zaterdag 7 april barst een hevig artillerievuur los. Daarnaast wordt mitrailleurvuur gehoord dat dichterbij komt. Omstreeks 13.30 uur worden de eerste Canadezen gezien in het Warnsveldsewegkwartier bevrijd. Wel wordt dit deel vanaf de Graaf Ottosingel nog regelmatig onder vuur genomen. De bevrijders zijn intussen druk bezig met het zuiveren van de straten van ongure elementen.
Het derde regiment in de brigade de Highlanders Light Infantry nadert de stad vanuit de Bronsbergen.
Tegen 13.00 uur had een groep in de buurt van de Spittaalstraat veel last van scherpschutters.
Omstreeks half elf in de avond wordt een achttien jarige jonge krijgsgevangen gemaakt die verklaart dat de meeste Duitse verdedigers zich in de afgelopen nacht al over de rivier hebben teruggetrokken.
In de nacht van zaterdag op zondag werd in de binnenstad nog hevig gevochten geleverd. De al bijna al een week in de kelder zittende bevolking hoorde geweervuur soms dicht bij en dan weer wat verder weg. Om 7.00 uur in de ochtend is de artillerie weer actief. Van deze beschieting heeft vooral de Marsweg veel te lijden. Bij de gehavende Deventerwegbrug stonden tanks ter beveiliging van het gezuiverde stadsdeel. Aan het begin van de dag kon de brug, dank zij de genie weer gebruikt worden. Burgers vertelden de Canadezen dat de Duitsers weg waren. De bevrijders trokken met vrachtauto’s, tanks en ander materiaal de stad in.
Het spreekt vanzelf dat de zege van Zutphen het werk is van het hele regiment. De bevolking toonde op een duidelijke, luide manier zijn erkenning ten opzichte van de bevrijders.
Op het moment dat de strijd nog maar nauwelijks was gestreden bracht Prins Bernhard een bezoek aan de stad.