Dat Bolwerck is gebouwd in 1549, blijkens een jaartalsteen op de gevel. Samen met het buurhuis Ruiter Kortegaerd (1639) en de Drogenapstoren (1446) vormen zij een buitengewoon fraaie afsluiting van de Zaadmarkt.
Deze prachtige panden staan ook afgebeeld op de penning van het Wijnhuisfonds.
Het huis werd gebouwd op de plaats waar tussen 1532 en 1538 de gehate dwangburcht van Hertog Karel van Gelre had gestaan. Het kasteel werd in enkele jaren tijd volledig afgebroken en het terrein werd verkocht aan stadssecretaris Jurriaan Warninckhof. Niet zonder ironie noemde hij zijn nieuw gebouwde huis ‘Dat Bolwerck’. Het gebouw was in gebruik als woon-werkhuis.
Tevens werd er graan opgeslagen en in de drie kelders sloeg een wijnkoper zijn flessen wijn op. Het rechter deel van het pand werd gebruikt als koetshuis en is later als stalling voor auto’s gebruikt.
De achtertuin wordt omsloten door de stadsmuur die tussen de Drogenapstoren en restaurant Het Gastenhuus (1 Michelinster) loopt. Deze muur is vanaf de Martinetsingel zichtbaar en is een van Zutphens meest gefotografeerde plekken. In de tuin bevond zich een luik dat toegang gaf tot een onderaards gangenstelsel.
Begin 1900 raakt het pand in verval. Het was door een kamerverhuurbedrijf vertimmerd.
Twee Zutphense burgers, Jhr. Mr. C. C. de Jonge en Ir. C. Hasselo, nemen het initiatief tot een geldinzameling om het pand aan te kunnen kopen om het van zijn teloorgang te redden. Op 14 januari 1938 werd zo, de eerste aankoop door de hiervoor in het leven geroepen Stichting Het Wijnhuisfonds, mogelijk gemaakt.
De gevel heeft kenmerken uit overgangstijd van Gotiek naar Renaissance. Horizontaal geleed door drie waterlijsten, muurdammen verbonden door elliptische korfbogen. Trapgevel met pinakels.
De voorzijde van het pand heeft geen toegangspartij, deze bevond zich in de westelijke zijwand waar het dwarshuis is begin zeventiende eeuw tegen aan is gebouwd. Deze aanbouw heeft een zgn. ‘hoog schilddak’, wat later (1775) tot trappenhuis werd verbouwd.
Beide panden kregen toen schuiframen in 18e -eeuwse trant en het nieuwe deel werd van een deur in Lodewijk XIV-omlijsting voorzien. Tegen het schilddak hier een dakkapel met fronton en vleugelstukken.