
De Berkelpoort(ruïne) in de volksmond, Oorspronkelijke naam de Bovenberg. Deze waterpoort vormt een onderdeel van de Zutphense stadsmuren. Gelegen aan de noord-oostelijke rand van het stadscentrum is het een poort over de Berkel en is de verbinding tussen de oude- en de Nieuwstad. Oorspronkelijk waren er twee waterpoorten, eentje in het oosten en de andere (De Benedenberg) in het westen. De andere waterpoort, die zich bevond zich ter hoogte van het huidige postkantoor, is in 1774 gesloopt.
In 1888 werd de Berkelpoort voor het eerst gerestaureerd dit onder leiding van de architect P.J.H. Cuypers. Hij preserveerde de ruïneuze toestand van de poort door de bovenkant van de muren met een laag cement te bedekken. In 1951 volgde een nieuwe, meer reconstruerende restauratie. 2010 – 2011 was de periode waarin de laatste restauratie plaats had.Geschiedenis van de Berkelpoort
In de dertiende eeuw ontstond voor Zutphen, aan de overzijde van de Berkel een nederzetting onder grafelijk bestuur, de Nieuwstad. Deze nederzetting had een rechthoekig stratenpatroon (heden ten dage nog zichtbaar), en bezat een eigen parochiekerk. De oude stad en de Nieuwstad werden in 1312 samengevoegd onder één stadsbestuur. De oude stad was al ommuurd, de Nieuwstad was voorzien van een aarden omwalling met pallisaden. De samenvoeging was aanleiding om ook de Nieuwstad te voorzien van een stenen ommuring. De bouw van twee waterpoorten werd hierdoor noodzakelijk, te weten op de plek waar de Berkel de stad binnenkomt en daar waar zij de stad verlaat. De Berkelpoort vormde als laatste bouwwerk het sluitstuk tussen de ommuring van de oude en de ‘Nieuwstad’. De poort is voorzien van twee torentjes, de zogenaamde Arkeltorens.
Duidelijk zijn nog te zien de sleuven in de muur waar vroeger de valhekken in zaten om hiermee de stad af te kunnen sluiten. Een aanval over water kon op twee verdedigings-niveaus worden afgeslagen. Over de brug loopt een weergang waarin balkgaten, schietspleten en moordgaten zijn aangebracht. Door de balkgaten kon men balken naar buiten steken waarover een plankier werd gelegd. Vanaf deze steigers bestookte men de vijand met stenen en gloeiende substanties. (pekneuzen) Pek moet men echter niet als wat we tegenwoordig pek noemen zien. Pek is een olieproduct en dat was iets wat men toentertijd echt nog niet kende. Kokend varkensvet is eerder gebruikt. Werd het te gevaarlijk op de steigers dan kropen ze door de moordgaten terug, achter de muur en trokken ze de balken terug om vervolgens de moordgaten af te sluiten met luiken. Gelukkig kunnen we vandaag de dag stellen dat we alleen nog maar kunnen genieten van dit schitterende erfgoed. De twisten worden tegenwoordig op een humanere wijze ‘uitgevochten’. Media en raadszaal zijn de geëigende weg om zaken onder de aandacht te brengen en vervolgens middels debat te ‘beslechten’. Ook moderne media als twitter en facebook tellen tegenwoordig mee als het gaat om uiting van ongenoegen waar soms behoorlijk met ‘pek wordt gegooid’, een uitspraak stammende uit de oude verdedigingstijden.
.
De Bouw
Waarschijnlijk is men rond 1325 begonnen met de bouw. De Berkel diende te worden afgedamd voor de bouw van de poeren waarom de bogen kwamen te rusten. Basaltzuilen uit Duitsland werden als fundament gebruikt om goede bescherming te creëren voor het stromende water. Tijdens de bouw werden sleuven in het metselwerk uitgespaard voor schuifdeuren die de stad kon afsluiten. De eerste boog over de Berkel die werd gebouwd was die aan stadszijde. Daarna volgde de boog aan Nieuwstadszijde en de middelste boog completeerde de afsluiting. Het bouwwerk wat er toen stond kun je vergelijken met een brug met rijbaan. Met de opbouw werd pas na de voltooiing van de bogen begonnen.
De Berkelruïne is vanaf 2016 toegankelijk.
Bezoekers kunnen onder begeleiding van een gids de 700 jaar oude ruïne van bovenaf bewonderen en genieten van het uitzicht over de Berkel. Hiervoor is een in cortensteel een trap geplaatst. Het ontwerp van de nieuwe trap wekt de indruk dat het een deel van de stadsmuur is. Het ontwerp is van Boerman Kreek Architecten uit Steenderen. Er was aandacht voor speciale plantensoorten die alleen op oude stenen groeien.
Voor openingsmomenten kan u op de site van de VVV terecht. VVV aan de Houtmarkt.