Apenstert: naam van een voormalige verbindingsstraat tussen de Rozengracht en de Kreijnckstraat. Eveneens de naam een toren die in het verlengde van deze straat aan de Molenbeek (Berkel) stond. Volgens taalkundige Jan ter Laak danken straat en toren hun naam aan de vorm van een nog ouder perceel op deze plek. De toren stond tegenover wat nu Rozengracht 18 is. Bij opgravingen zijn er resten van gevonden. De Apenstert bestond uit tufsteen en was versterkt met in de omgeving gedolven moeraserts en mortel. Tijdens graafwerkzaamheden voor de nieuwe riolering vlogen de vonken eraf, zo keihard was dit ‘Middeleeuwse beton’.
De Apenstert stond aan de rand van stadsdeel Barlheze. Dat blijkt veel meer bodemreliëf te hebben dan gedacht. Het liep sterk af richting de IJssel, die langs Barlheze stroomde. ,,Een verrassend nieuw gegeven” was de constatering dat het hoogste punt ruim 9 meter boven NAP lag. Daar werd de grafelijke hof gebouwd en staat nu de Broederenkerk. Groothedde: ,,Nu weten we zeker dat Walburgiskerk, Wijnhuistoren, Broederenkerk en Sint-Jan alle vier op rivierduinen zijn gebouwd.” Zutphens beroemde stadssilhouet was dus in zekere zin al aanwezig toen die torens nog niet waren verrezen……In het westelijk deel van de Rozengracht, maar ten oosten van de stadsmuur bevindt zich verder nog de aansluiting van de ‘middeleeuwse’ Rozengracht (die toen Molenbeekstraat heette) op de verdwenen middeleeuwse straat de apenstert die de Rozengracht verbond met de Kreynckstraat. De straat kwam nabij de Berkel en huidige Rozengracht uit op een oude toren met de dezelfde naam Apenstert. De toren wordt vanaf de 14e eeuw vermeld als stadsgevangenis. De laatste resten werden in de 18e eeuw gesloopt, samen met de resten van de westelijke Berkelpoort. De sloop houdt verband met de sloop van de hele noordwand van de Rozengracht in 1889 en 1890. Als gevolg van de aanleg van de nieuwe verbindingsweg van de Barlheze naar het Stationsgebied. Met de sloop van de watermolens en de overwelving van de Berkel in 1887 besloot het stadsbestuur de hele straatwand aan de Berkel aan te kopen, te slopen en fraai in te richten. Alle huizen tot aan de molens zijn in 1890 gesloopt. Over de exacte ligging van de toren is niets met zekerheid bekend dan dat deze in het verlengde van de straat Apenstert te verwachten is. Over de ouderdom, de grootte en het uiterlijk is evenmin iets bekend.
Er werden tijdens de rioolvernieuwing slechts schamele resten van de stadsmuur aangetroffen. Net genoeg resten om de richting te bepalen. Gezien de samenstelling betreft het naar alle waarschijnlijkheid geen laat 13e-eeuwse muur maar hij doet eerder denken aan een 15e-eeuwse herstelling. De dikte van de muur was bij benadering 1.30 meter. In het metselwerk zitten ook dikkere bakstenen van 7,5 cm dik verwerkt. Dit lijken wel de bakstenen te zijn die men bij een muur uit ca. 1300 zou verwachten. De stadsmuur maakte, net als de oorspronkelijke Berkel/Molenbeek een flauwe bocht van de westmuur langs de Barlheze naar de noordmuur en de oversteek bij de apenstert. Er zijn nog meer resten ingemeten. Mogelijk zelfs van een tweede tufstenen toren, vergelijkbaar met de Apensterttoren, maar smaller: circa 5 meter. Deze theoretische toren heeft waarschijnlijk maar kort bestaan. Met de bouw van de stadsmuur om de Oude en Nieuwe stad was de toren na circa 1325 geheel overbodig geworden. De toren zou natuurlijk een andere functie gekregen kunnen hebben maar, anders dan bij de Apensterttoren, is hiervan in de archieven niets terug te vinden. Bron: VERDWENEN HUIZEN, TUFSTENEN TORENS EN HOUTEN STRATEN ROND DE apenstert ZAP27 Bert Fermin en Michel Groothedde.