Lang heeft men van deze verbeteringen niet kunnen profiteren. Nog geen vier jaar later, op 10 mei 1940, liet het Nederlandse leger de beide zomerbedoverspanningen springen om de Duitse opmars te vertragen. Ook de hefbrug werd hierbij vernield. Dat gebeurde omstreeks half zes in de ochtend, nadat de draaibrug was geopend. De Duitsers waren toen al in aantocht; zij bereikten rond acht uur de IJssel. De Schnelle Gruppe Mitte, een onderdeel van de 227. Infanteriedivision, was er dus niet in geslaagd de Zutphense bruggen intact in handen te krijgen. Om 11.20 uur voeren onder dekking van artillerievuur de eerste rubberbootjes met Duitsers de IJssel op.

Kazemat De Hoven

Nederlandse militairen van het Ie bataljon van het 35e Regiment Infanterie – circa tachtig man – boden vanuit de kazematten – twee grote en vijf kleine – aan de Heufse zijde krachtig weerstand. Verscheidene bootjes werden tot zinken gebracht. Nadat echter enkele kazematten door de Duitse artillerie waren uitgeschakeld en bovendien aan Nederlandse zijde de munitie op raakte, slaagden de Duitsers er om 14.15 uur in op de westoever een bruggehoofd te vormen. De Duitse bevelhebber besloot de gehele 227. Infanteriedivision bij Zutphen de IJssel over te laten steken. Daarvoor werd een pontonbrug geslagen. Dat vergde nogal wat tijd, omdat brugdelen in gebruik waren bij het Twentekanaal. Pas op 12 mei stak de 227. Infanteriedivision de IJssel over, op weg naar de Grebbeberg. Een week later haalden de Duitsers de pontonbrug weer weg. Het duurde tot 20 juli voordat Rijkswaterstaat een dubbele pontonbrug legde.

Een foto die kennelijk voor het thuisfront bedoeld was. Duitse soldaten poseren bij de kraan op de IJsselkade met op de achtergrond de – overigens niet door hen – vernielde IJsselbruggen.
(foto: Stedelijk Museum Zutphen)

Auteur: Han Koolhof

Vergelijkbare berichten